Een veelgeprezen invalbeurt op Monza en aanbeveling van Max Verstappen openden voor hem alsnog de weg naar de gedroomde eindbestemming. In Dubai gooit Nyck de Vries tijdens een lang gesprek alle remmen los. Over zijn Italiaanse jaren, een klein minderwaardigheidscomplex, pianospelen en huilen. “Ik kan de film Titanic niet uitkijken.”
Russisch is half januari de voertaal in het vijfsterrenhotel waar Nyck de Vries bijna een maand lang door zijn Finse trainer Pyry Salmela wordt afgebeuld voor de start van het Formule 1-seizoen. Protserige chique, designerpracht, siliconen, luide muziek bij het zwembad en cocktails bepalen er het aangezicht. De Vries (28) heeft er op het palmeneiland amper oog voor. AlphaTauri’s nieuwste aanwinst voelt na een pittige trainingssessie, zo zegt hij, ‘alle spieren’ in zijn lijf. Prima, want hij heeft volgens eigen zeggen nog wel een slag te maken om topfit te zijn voor het openingsnummer in Bahrein.
Het verhaal over de lange weg die hij vanaf zijn jonge jaren als karttalent heeft afgelegd naar de finish in de Formule 1, is inmiddels genoegzaam bekend. In een openhartige sessie neemt hij ditmaal enkele andere afslagen. Zoals die van zijn Italiaanse kartdagen, de onverwoestbare familieband en het missen van de middelbare school. “Mijn vader zei: ‘Je kan maar één ding goed doen en jij moet dit gewoon gaan doen’.”
Italië
Nyck de Vries bracht samen met zijn zus en vader een groot deel van zijn tiener- en kartjaren door in Italië. Het is van grote invloed geweest op zijn levensstijl en denkwijze.
“De core van de kartsport is in Italië. We hadden er aan het begin van een jaar een basis en van daaruit reisden we naar alle wedstrijden en circuits. Voornamelijk aan het begin van een seizoen, wanneer iedereen in voorbereiding was, brachten we heel veel tijd in Italië door. Maar we woonden er nooit permanent: als het seizoen was begonnen, kwam je ook wel eens terug in Nederland.
Ik denk niet dat ik in die jaren ooit heb gepuberd, zal een keer een beetje de baard in de keel hebben gekregen. Maar toen was ik misschien al negentien, of zo. De periode vanaf je dertiende definieert je natuurlijk wel heel erg. Wat normaliter een beetje je middelbareschooltijd is, die heb ik voornamelijk op de kartbaan in Italië doorgebracht. Het ging alleen maar om racen.
We waren altijd met zijn vieren: mijn vader, zusje, monteur en ik. We reisden rond in een camper en een Mercedes Sprinter, heel basic. Net als het appartement dat we huurden: er was één slaapkamer. Het bed van mijn monteur en mij stond in de woonkamer, we hadden geen vaatwasmachine en één badkamer, die we met zijn allen deelden. Meer niet. De kwaliteit van leven in Italië hebben we er niet echt ondervonden, al kregen we die natuurlijk wel mee. Ik vond het altijd geweldig dat we tussen de middag warm gingen eten. Pasta was dan een voorgerecht, en dan kreeg je daar nog allerlei bijgerechten bij. In Nederland groei je daar niet mee op: daar is het in een half uur snel een broodje eten en door. Eigenlijk is Nederland daar uniek in, samen met Engeland. Want in bijna elk ander land eet je warm tussen de middag, is dat vrij normaal. Eten en samenzijn, dat wordt in Nederland misschien niet echt heel erg gewaardeerd. Maar in landen als Italië gaat het niet alleen om het eten, maar ook om het moment dat je samen bent en even stil zit. Dat heb ik daar zeker geleerd.
Dat mediterraanse systeem zit in mij, ja. Ik heb altijd veel affiniteit gehad met het Zuiden: de mensen zijn open, familie en samenzijn belangrijk. Weet je, het zijn van die kleine dingen. Eigenlijk kunnen de Zuiderlingen heel erg goed van de kleine dingen in het leven genieten, want je hebt helemaal niet veel nodig. Als je met gezellige, je dierbare mensen bent en je hebt lekker eten, zon, zee, en strand, dan kan het eigenlijk overal mooi zijn. Zulke dingen kan ik daar heel erg waarderen. Zeker in ons dynamische leven is dat een mooi contrast en fijn thuiskomen.”
Sport & piano
Hij probeerde in zijn jonge jaren talloze sporten uit. Van volleybal tot hockey. En hoewel Nyck de Vries volgens eigen zeggen geen noot kan lezen, nam hij tijdens de corona-lockdown pianoles.
“Toen ik nog heel jong was, wilde ik ook andere sporten doen. Zo heb ik gevolleybald. Maar dat deed ik omdat mijn zusje in Sneek volleybalde. Mijn vader heeft trouwens ook gevolleybald en is Nederlands kampioen geweest. Maar hij is 1.84 meter en was ook te klein. Anyway, volleybal zit bij ons dus een beetje in de familie. Ik was vaak bij wedstrijden van mijn zusje en vond het leuk dan mee te doen. Mijn zusje heeft ook getennist, wilde ik ook graag aan meedoen. Met school gingen we wel eens hockeyen en dat vond ik ook superleuk. Maar toen puntje bij paaltje kwam, mocht ik eigenlijk niks anders doen dan karten. Mijn vader zei: ‘Je kan maar één ding goed doen en jij moet dit gewoon gaan doen. Al het andere is gewoon leuk, maar we gaan één ding goed doen’.
Een bruggetje naar de piano: waarom piano? Ik vind het een prachtig instrument. Echt prachtig… Ik heb nul muziekachtergrond en nul verstand van muziek, maar pianospelen vind ik gewoon zo mooi. Ook om ernaar te luisteren. Ik zou er niet de hele tijd in de auto naar luisteren, of zo. Maar thuis op de achtergrond, dat vind ik mooi.
Ik heb nooit leren notenlezen. Sterker nog, ik ben nooit naar school geweest. Laat staan dat ik muziek heb leren spelen. Dus ik dacht tijdens de lockdown: ik ga gewoon een piano bestellen. Ik heb een digitale piano besteld, een keyboard. Die kwam door alle vertragingen natuurlijk veel te laat binnen. Maar op een gegeven moment had ik hem eindelijk thuis en ben ik gaan lessen bij dezelfde lerares die Charles (Leclerc, red.) soms ook les gaf. Weet je, door de coronarestricties konden we nooit naar de simulator, niet in Engeland en niet in Duitsland. Dan valt al dat reizen plotseling weg. Ik had dus veel extra tijd, die ik aan pianospelen heb besteed.
Toen we na een tijdje weer begonnen te reizen, heb ik nog een kleine opvouwbare piano gekocht. Voor de eerste Formule E-race in 2021 zaten we vier dagen in quarantaine en had ik het team gevraagd een keyboard voor me te regelen. Toen heb ik elke avond een liedje geleerd, gespeeld en in de teamchat gegooid. Best oké, gezien hoe weinig achtergrond ik met de piano had. Via Facetime had ik online les van mijn lerares.
Maar ja, op een gegeven moment ging alles terug naar normaal. Het laatste jaar heb ik eigenlijk niks meer gedaan. Ik gebruik de piano nu niet, les ook niet meer. Want als je niet oefent, is lessen nutteloos. Als je naar je les gaat en je komt thuis en oefent niet, is het weggooide tijd. Ik zei afgelopen jaar: als het me gaat lukken een stoeltje te bemachtigen in de Formule 1, dan breng ik de piano per direct naar mijn kelder en wil ik er ook niet tegenaan kijken. Dan geef ik mezelf later in mijn leven wel een keer de kans dat weer op te pakken. Nu heb ik gewoon geen tijd.
Zo gezegd, zo gedaan. Ik heb de piano letterlijk naar de kelder gebracht. Niet met pijn in mijn hart, nee. Je kunt uiteindelijk maar één ding echt goed doen. Dus nu even geen piano meer, ik moet al mijn tijd bij de fysieke voorbereiding houden. De afgelopen drie jaar heb ik fysiek vrij weinig gedaan, toen lag mijn prioriteit bij het jongleren en het open houden van al die kansen. Nu is er één pad.”
Gevoelsmens
Familie staat bij Nyck de Vries op één. Afscheid nemen in Friesland op weg naar zijn uitvalsbasis in Monaco is voor hem als gevoelsmens nooit gemakkelijk. Dan kijkt hij gewoon niet meer om.
“Of pianospel me ontroert? Nee, dat niet. Met films heb ik dat wel, dan huil ik heel makkelijk. Ik kijk niet zo heel veel films. Gisteren was ik binnen op de fiets aan het trainen, ongeveer anderhalf uur en niet te zwaar, en heb ik twee afleveringen van Breakpoint (Netflix-docuserie over tennis, red.) gekeken. Op een gegeven moment moest ik niet echt huilen-huilen, maar leefde wel mee met die persoon. Empathisch vermogen, ja. Bij films kan ik heel makkelijk huilen, zoals klassiekers of een romantisch drama. De film Titanic heb ik nooit kunnen afkijken. Dat kan ik gewoon niet, dat is te dramatisch voor mij. Verschrikkelijk, dan moet ik alleen maar huilen. Dan denk ik niet: ach, het is maar een film. Nee, dan zit ik er helemaal in.
Dieren ontroeren mij niet. Het is niet dat ik het niet mooi vind, maar ik ben er niet mee opgegroeid. De natuur fascineert me wel, ik ben een groot natuurliefhebber. Met oud & nieuw ben ik met vrienden naar Schotland geweest. Puur vanwege de natuur en het landschap. Ik vind natuur mooi en rustgevend. Maar of het mij ontroert? Nee. Familie wel. Vooral bij het afscheid nemen. Ik ben vier dagen thuis geweest rond Kerst, dan loop ik het liefst gewoon de deur uit zonder om te kijken als ik weer weg ga. Want als ik ze in de ogen moet aankijken dan… Volgens mij heb ik ook niks meer gezegd. Dat lukt me gewoon niet. We voelen dan allemaal hetzelfde. We gebruiken weinig woorden, zijn meer van de daden.”
School & educatie
Hij sloeg de middelbare school over, op zoek naar een carrière als racecoureur. Soms voelde hij zich daardoor in het bijzijn van vrienden minder op zijn gemak. Maar volgens hem begint alles met passie.
“Ik ben heel leergierig, in alles. Maar of ik veel lees? Nee. Hooguit een paar boeken per jaar. Ik volg het nieuws bij vlagen, maar niet intensief. Iedere zoveel jaar is er een groot thema waar bijna al het nieuws over gaat: eerst had je corona, nu de oorlog. Op een gegeven moment bepalen die thema’s het gesprek van de dag volledig, voegt het nieuws niet altijd heel veel toe. Leergierig zijn is mijn sterkste eigenschap. Het helpt je je te ontwikkelen, om uiteindelijk de controle te kunnen nemen over je eigen toekomst. Want juist dat vraagt eigenlijk de allergrootste ontwikkeling. Het zet je aan het roer van je eigen bedrijf, als ik het zo mag noemen, ook al ben je alleen. Maar alles wat je doet heeft direct impact op jou en jouw toekomst. En daarin word je snel volwassen, leer je heel snel communiceren, fouten maken, weer opstaan, opnieuw fouten maken en wéér opstaan. Dat heeft me, denk ik, het allermeest geleerd.
Ik ben een autodidact, maar heb veel aan mijn familie te danken. Op het gebied van educatie kent de familie De Vries weinig euforie. Ik voel dat niet als een gemis. Ik zeg de laatste tijd eigenlijk ook steeds vaker dat ik nul educatie heb. Dat doe ik met opzet. Omdat ik het gevoel heb dat in de huidige maatschappij bijna iedereen de verantwoording en plicht voelt om te leven aan de hand van hoe dat door de maatschappij en overheid wordt ingevuld. Dus niemand doet meer echt wat hij of zij wil, maar doet dingen omdat iedereen ze doet. En omdat het van je verwacht wordt.
Alles begint natuurlijk met studeren. Toen ik terugkwam naar Nederland en thuis een vriendengroep begon op te bouwen, had ik soms wel een klein minderwaardigheidscomplex omdat het in ieder gezelschap waarin je verkeerde, over studeren en leren ging. En de eerste natuurlijke reactie die men heeft wanneer iemand zegt dat hij niet geleerd of gestudeerd heeft, is: ‘Oh, waarom dan niet?’ Ik betrap mezelf erop dat ik dat zelf soms ook heb. Ik heb ooit een keer bij de LOI (Leidse Onderwijs Instellingen, red.) boeken besteld. Die lagen op mijn bureautje. Ik was een keer twee weken weg, en mijn vader zei: ‘Ik heb ze maar weer teruggestuurd vriend, want het schiet niet op’. Wat ik er mee wil aangeven is dat ik door de jaren heen heb geleerd dat ik me totaal niet minderwaardig hoef te voelen, omdat ik mezelf altijd wel ga redden. Ik wil mensen ermee aanmoedigen, of in ieder geval laten zien dat er niet één weg naar Rome is. En dat wanneer je iets echt heel graag wil en je daar al je tijd en energie in stopt, kunt slagen. Dat je je passie moet volgen. Want er zijn heel veel mensen die dingen doen omdat het moet, omdat je moet leven en je geld moet verdienen.
Natuurlijk is dat waar, maar vroeger had je veel meer vakmensen: mensen die dingen deden omdat ze dat leuk vonden. En dat is eigenlijk het enige wat ik ermee wil aangeven als ik uitspreek dat ik geen educatie heb: het kan ook zonder. Ik zou het niet aanmoedigen, nee. Als ik ooit kinderen zou hebben, zou ik ze zeker naar school sturen en ze er niet van weerhouden, maar óók een kleine aanmoediging geven dat het niet allemaal volgens de maatschappelijke verwachtingen en standaard hoeft. En dat het ook heel onterecht is dat men snel een vooroordeel heeft wanneer iemand niet gestudeerd of geleerd heeft. In Amerika staat sport heel hoog in het vaandel. Als je daar in sport excelleert, word je op een voetstuk gezet. Zeker op universiteiten en high schools. In Nederland is het veel meer: je hebt topsporters en je hebt academici. Volgens mij is daar heel goed een middenweg in te vinden. Want als ik mensen ontmoet uit het bedrijfsleven, ziet iedereen de overeenkomsten met topsport. Uiteindelijk draait het natuurlijk allemaal gewoon om mindset.”
Dit verhaal verscheen eerder in de seizoengids 2023 van FORMULE 1 Magazine. Wil je alles weten over het nieuwe Formule 1-seizoen? De FORMULE1 Preview Special is hier te bestellen met gratis verzending!