Olav Mol voegt komende week een bijzonder en ook geïllustreerd boek toe aan zijn oeuvre. Niet over zichzelf, een racelegende of de Formule 1, maar over Snelle Sam: Ziggo’s F1-commentator debuteert als kinderboekenschrijver. “Ik vertelde als vader mijn kinderen voor het slapen gaan ook altijd een verhaaltje.”

Olav Mol zit thuis, in Spanje, al bijna een maand opgesloten in zijn woning. “Je mag hier niks. Alleen naar de winkel”, vertelt hij. “Op elke rotonde staat een agent die vraagt waar je naartoe gaat. Ik ben sinds ik terug ben gekomen uit Australië (half maart) twee keer buiten de poort geweest om boodschappen te doen.” Mol zit veel in zijn studio om ‘wat ideetjes en dingen’ uit te werken. Natuurlijk maakt hij graag tijd vrij voor FORMULE 1 om dieper in te gaan over zijn jongste creatie van 176 pagina’s.

Olav, de onvermijdelijke vraag: waarom een kinderboek?
“Toen ik klein was, was ik een groot liefhebber van De Kameleon (kinderboeken, red). Bij mij zitten gewoon bepaalde dingen in het hoofd. Als je vak min of meer het vertellen van verhalen is, zit er wel een bepaalde creativiteit in je en opeens komt het er dan uit. Het is een proces, iets heel anders dan ik tot nu toe heb gedaan. In mijn vorige boeken haalde ik momenten terug. Bij het schrijven van een kinderboek heb je alle vrijheid en kun je alle kanten op. De belangrijkste uitgangspunt daarbij waren voor mij: het verhaal moet tot de verbeelding spreken en de fantasie prikkelen.”

Hoe zou je het verhaal van Snelle Sam, dat je opnieuw samen geschreven hebt met Erik Houben, willen samenvatten?
“Het gaat over een jongetje dat opgroeit en door zijn vader – die vrachtwagenchauffeur is – in aanraking komt met autosport. Ze kijken thuis samen naar races en zien een Nederlandse coureur, Bas Vandamme, die in opkomst is. De vader van Sam moet de Nederlandse GP redden door banden te brengen en zo maakt hij voor de eerste keer de race op Strandpoort mee.”

Je gebruikt bewust nergens een naam van een bestaand coureur of circuit.
“Nee. Bas Vandamme zou Max Verstappen kunnen zijn. We verwijzen er wel naar, maar met een kwinkslag. Het moet de eigen fantasie prikkelen. Charles Legrand zou Charles Leclerc kunnen zijn, als je de naam van de Fin Timmi Tavo hoort, weet je welke coureur dat zou kunnen zijn… Net als de naam van drievoudig wereldkampioen Anton Silva. Het circuit in Nederland heet Strandpoort, de eerste bocht daar de Rambo-bocht.”

Is het ook een educatief boek?
“Natuurlijk. Dat vind ik ook belangrijk. Er zit heel veel uitleg in: luchtig, leuk en informatief. Als je het boek openslaat zie je staan: voor Giovanni, Dilano en Lorenzo. Dat zijn mijn kleinzoons van twaalf, acht en vier. Die leeftijdsgroep heb ik voor dit boek in mijn hoofd genomen.”

Snelle Sam is geïllustreerd.
“Klopt. Omdat zoiets heel leuk is voor kinderen en omdat het tot de verbeelding spreekt. Renee Rienties heeft de illustraties gemaakt. Ziggo had voor de Japanse GP een heel mooi promofilmpje gemaakt, Renee had de tekeningen daarvoor gemaakt. Ik dacht: mooi, ze heeft waarschijnlijk dus ook iets met racen. Maar dat had ze dus helemaal niet… Overigens zijn alle tekeningen niet race-gerelateerd.”

Vond je het moeilijk voor kinderen te schrijven?
“Nee, hoor. De basis is dat het leuk moet zijn: met korte hoofdstukken en zinnen die niet te lang zijn. Ook voor het voorlezen. Ik vertelde vroeger als vader mijn kinderen voor het slapen gaan altijd een verhaaltje. Dat verzon ik ter plekke. Het begin was wel altijd hetzelfde: er was eens een molletje dat woonde onder een grote holle boom… En daarna verzon ik vervolgens een verhaal.”

Nu hoop je vast dat het boek verfilmd wordt.
“Ha, daar heb ik niet eens over nagedacht. Ik zou het liefst graag nog een tweede en derde deel willen maken.”

FORMULE 1 mag 10 edities van Snelle Sam weggeven! Wil jij of je kind het boek winnen? Laat je kind zijn of haar favoriete raceauto tekenen en mail de tekening uiterlijk voor 19 april 2020 naar redactie@formule1.nl. De winnaars krijgen een mooi plekje in onze Instagram-galerie.