Voor Olav Mol (500+ Grands Prix) is het circuit een tweede, stiekem misschien wel eerste thuis. Toch moest ook de Ziggo Sport-commentator even wennen bij zijn eerste bezoek aan de ‘coronapaddock’ in Silverstone. ‘Het is minder vrijheid, blijheid, maar geldt dat nu niet voor het hele leven?’
“Het bevalt prima, maar het is nu wel honderd procent werk”, zegt Mol over het – eh – werken op de Britse baan. Natuurlijk, normaal is het ook keihard werken, maar wordt dat afgewisseld met het toeven in de paddock – een kopje koffie hier, een babbeltje daar. “Zaterdag ben ik helemaal niet op de paddock geweest, wat normaal gesproken ondenkbaar is”, vertelt hij. “We hadden geen interview om te maken, terwijl we ook waren ‘uitgeloot’ om het tv-vierkantje in te mogen”, doelt hij op een nieuwe coronaprocedure. “Dan kan ik wel in de paddock rondlopen en misschien kom ik iemand tegen, maar officieel mag je dan weer niet socializen.” Lees ook: Olav Mol aan de vooravond van zijn 500e GP: ‘De teller gaat hard, maar de 1000 ga ik niet aantikken, hoor’ Normaal is een groot deel van het werk ‘even een kopje koffie doen’ bij bijvoorbeeld Alfa Romeo, Alpha Tauri. Praten…Mol: “De informatievoorziening is kariger. Zeker informeel. Al kunnen wij veel van onze grotere interviews nog wel doen, want die doen we vaak op donderdag en gaan eigenlijk nooit over hier en nu, maar breder. Met Franz Tost hebben we zoiets gemaakt, dus daar kom je in die zin wel mee weg. Volgende week hebben we iets met Lance Stroll. We hebben het één-op-één interview met Max Verstappen nog: in een andere setting, maar de inhoud is niet heel anders.” Is de dynamiek van interviews anders omdat je niet naast elkaar zit?
“Nee. Opvallend, want ik had verwacht van wel. Wat je wel doet omdat iemand wat verder weg zit, is dat je WAT HARDER PRAAT DAN NORMAAL. Maar dat is logisch. Als je het zou moeten samenvatten: het voelt momenteel niet als sportevenement, het is een tv-set, een filmset. Dat is waar we zijn. Alles en iedereen is alleen maar: ‘ik doe mijn werk en daarnaast is het er niet’. Er zijn geen gasten, fans… Logisch, maar de mazzel van de Formule 1 is dat het prima een tv-sport kán zijn, zoals we hebben gezien. Het belangrijkste is: we zijn een van de enige officiële wereldkampioenschappen die doorgang vinden. Dat moet je koesteren, is knap.” Dat filmset-gevoel, komt dat ook omdat het meer geregisseerd is? Minder vrijheid, blijheid?
“Ja, maar ja, laten we reëel zijn, het hele huidige leven is toch minder vrijheid, blijheid? Of dat nou hier is of op het strand in Noordwijk. Voor mij is de ‘vertaling’ die ze ervoor gemaakt hebben goed. Het is ook wat het is. Het voelt een beetje als een wintertest vijftien jaar geleden in Jerez. We staan er, maar er is weinig mogelijkheid tot ‘vrije interviews’. Hoewel dat laatste er vijftien jaar geleden wel meer was… Maar alles moet nu gepland.” Ben je bang dat teams het wel best vinden, dat ze denken: minder mediatoegang, prima?
“Dat gevoel heb ik niet. Wat wel meespeelt is dat die rijders het ook niet gezellig vinden met een mondkapje op te lopen. Dus zodra ze kunnen gaan ze hun hok in en gaat het mondkapje af en gaan ze lekker gamen en noem allemaal maar op. Wat je zelfs merkt – en dat vond ik leuk om te merken – is dat Ferrari ons ineens een mailtje stuurt: je kan dan en dan een kwartiertje met Charles Leclerc babbelen. Ik zei gelijk: ‘oh-oh, ze moeten die gasten een beetje aan de gang houden, want die vervelen zich rot’. Ja, als ze nog een meeting hebben om acht uur, maar ze hebben tussen vijf en acht niets…” Dan gaan ze Call of Duty spelen…
“Precies. Terwijl je normaal een mailtje naar Ferrari stuurt en nog in geen honderd jaar antwoord krijgt. Dus ze moeten die jongens ook een beetje bezighouden.” Lees ook: Olav Mol voorziet F1 2020 van Nederlands commentaar Eén van die jongens heeft positief getest, Sergio Pérez. Slecht voor de sport of bewijs dat de regels werken?
“Ik denk dat het prima vertaalt wat in allerlei steden gebeurd is. Dat er ondanks dit strenge beleid toch wat kan gebeuren. Als je leest dat ie tussendoor even naar Mexico gaat, wat één van de brandhaarden is… Hij heeft hem op zijn neus gehad, want heeft nergens last van, maar is wel besmet en echt niet blij. Al denk ik dat Racing Point mazzel heeft gehad dat hij niet een meeting heeft gehad met twintig monteurs, want dan had je de monteurs niet gehad om die auto’s te runnen. Toch, diep in mijn hart zeg ik wel: als je moeder wat heeft – ze had een ernstig ongeluk en lag in het ziekenhuis – ik snap ‘m wel. Hij heeft zich aan alle protocollen gehouden. Dan is het achteraf makkelijk roepen als het fout gaat, maar laten we er niet te hard over oordelen.” Is commentaar geven nu anders voor jou?
“Nee. Dat is me ook gevraagd bij die drie wedstrijden die ik vanuit Nederland heb gedaan, maar ik zit feitelijk elke zondag dat er Formule 1 is in een hok. Of het nou in het mediacentrum is aan de overkant of dit keer in de tv-compound, het is een hok. Alleen het gaat erom, en dat is voor tv belangrijk, de extra content die je kan maken. En dat kan nu.” Maar die kleine roddeltjes die je normaal hoort, die mis je wel?
“Ik heb wel wat appjes, monteurs enzo die wel wat dingen hebben. Het is uiteraard minder, maar er ís ook minder roddel en achterklap. Je kan niet even met journalisten smoezelen: ‘ik weet dit, wat heb jij?’.” Blijft het zo de komende tijd?
“Ja. Pas als we een vaccin hebben, kunnen we terug naar het oude. Ik denk dat de FOM (Formula One Management, red.) dat dan zelfs regelt voor de mensen die permanent in de Formule 1 werken. Want daarmee zetten ze ook voor zichzelf weer grenzen open.” Lees ook: Olav Mol: ‘Max hoort qua talent en directe impact in het rijtje Senna, Schumacher, Hamilton’