Zijn thuisrace duurde vorig jaar nog geen kilometer: Sergio Pérez ging er in een overmoedige bui snel af na een duel met Charles Leclerc. Het Mexicaanse (tv)publiek wordt daarom door sportzender Fox alvast opgewarmd voor de komende editie. Tijd voor revanche, Checo!
Het spotje komt elk uur wel een keer voorbij op Fox Sports. Revancha, zo luidt de boodschap van de aankondiging van de Mexicaanse GP, waarin Sergio Pérez vervolgens zo koel en vervaarlijk mogelijk de camera inkijkt. Komt dat zien! Hier staat een man met een missie. Het is voor hem te hopen dat de race niet zo’n flop wordt als vorig jaar of een week geleden in Austin. Pérez bleef lang achter Yuki Tsunoda hangen en werd nog ingehaald door George Russell, die vanuit de pitstraat was gestart.
In het persbericht na afloop verklaarde Max Verstappens teamgenoot dat hij lang ‘gevangen’ zat in het middenveld., eigenlijk een bevestiging van eigen onkunde. Kennelijk beheerst hij de kunst van inhalen niet voldoende, terwijl mogelijkheden daartoe op het Circuit of the Americas er genoeg zijn. Ik vraag me af of iemand bij Red Bull überhaupt nog waarde hecht aan zijn excuses. Pérez’ dagen lijken geteld, zou je denken. Bijna elke keer na een race volgt er een nieuwe waarschuwing van teambaas Christian Horner of adviseur Helmut Marko dat het beter moet. Maar het gaat niet beter en zal Red Bull de constructeurstitel (en veel geld uit Formule 1’s goed gevulde prijzenpot) kosten.
Het nummertje in Mexico kan Pérez’ imago wellicht iets oppoetsen. Maar het zou ook best eens zijn laatste voorstelling voor eigen publiek kunnen zijn, hoewel zijn verbintenis met de stierenstal tot eind 2026 loopt. Over steun heeft Pérez desondanks in Mexico niet te klagen. De race in Austin was al een soort van thuisrace vanwege de grote Mexicaanse gemeenschap in Texas, in de straten van Mexico-Stad zag ik gisteren alleen maar blauwe shirts en petjes met het nummer 11. De fans zullen drie dagen als één man achter hem gaan staan, zoals Nederland dat in Zandvoort met Max Verstappen doet.
De Mexicaanse GP is de tweede uit een serie van drie in evenzovele weken. Voor wie ooit nog eens een overzeese race wil bezoeken kan ik deze aanraden. De sfeer op het Autódromo Hermanos Rodríguez is fantastisch, er is overal op het circuit vermaak en je bent er geen zestien Amerikaanse dollars kwijt voor een cola of biertje. Verder zijn de hotel- en ticketprijzen nog niet geëxplodeerd zoals bij de meeste Grands Prix het geval is. De kortademigheid in de eerste paar dagen vanwege de ijle lucht moet je op de koop toe nemen. En ja, vermijd ook de slechtere buurten. Mijn taxichauffeur sloot op weg naar het hotel uit voorzag opeens alle ramen. ‘Te gevaarlijk in deze buurt’, waarschuwde hij.
Nog een ander pluspunt: Mexico-Stad is één groot openluchttheater. Afgezien van de ontelbare historische bouwwerken kijk je je ogen uit op straat. In winkelstraat Av. Francisco Madero die naar Plaza de la Constitución, het historische hart van de metropool, voert schreeuwen proppers je elke winkel binnen. Maar wat het meest opviel is het grote aantal blinde mensen dat met een luidspreker op de borst overal staat mee te zingen op Mexicaanse klassiekers: in de ene hand een microfoon, in de andere een geldbakje en blindenstok. Oók met een petje op: blauw en nummer 11.
In Mexico is iedereen fan van Checo.