Het serviceniveau in Amerika is ongekend hoog, daar kunnen we in Nederland nog wat van leren. Hoewel het soms gemaakt overkomt, heb ik de weerstand daartegen laten varen. Op weg naar de ingang van het Miami International Autodrome ontdekte ik weer hoe anders de mentaliteit aan de overkant van de oceaan is.
Vandaag was zo’n dag waarin alles aanvankelijk tegenzat. Wakker worden met koppijn vanwege een door jetlag (weer) te korte nacht, file op Florida’s Turnpike, stoplichten die onderweg naar het circuit allemaal op rood springen, mensen die met verkeerde parkeerkaarten moeten omdraaien en maar in discussie met de controleurs blijven gaan: zo’n dag dus.
Maar de ergernis was nog niet voorbij. De media moeten nu (nog) verder weg van de entree parkeren dan voorheen. Het humeur was dus niet zo best. Maar dat veranderde op slag, toen ik met een van de parkeerwachten een gesprekje aanknoopte. De man, ver over de pensioengerechtigde leeftijd, gooide net een halve fles water in zijn vishoedje. “Anders is het hier gewoon niet uit te houden”, zei hij. Hij staat de hele dag in de brandende zon het verkeer op de parkeerplaats te regelen, vandaar.
Ik vroeg hem wat hij per uur krijgt voor dit werk. Vijftien (15!) dollar, antwoordde hij. Jeetje, dacht ik, €13,50 is niet veel. Mijn dochter van 17 (fan van Charles Leclerc en Yuki Tsunoda) vertelde me eerder op de ochtend dat ze voor vakantiewerk zeven euro per uur gaat verdienen. En dat zal heel wat minder uitputtend zijn dan verkeer op een stoffig zandpad regelen in dertig graden en zonder schaduw.
Werknemers die in Amerika vuil of ongeschoold werk opknappen worden over het algemeen slecht betaald. De progressieve senator Bernie Sanders voert al jarenlang een moeizame en verbeten strijd voor betere betalingen. Wat me desondanks in Amerika ook altijd weer opvalt: je hoort bijna niemand over de soms zware overlevingsstrijd klagen. Ook de parkeerwacht niet. Hij lachte dan ook vriendelijk toen ik verder liep naar de ingang van het crcuit, waar ik op typisch Amerikaanse wijze werd verwelkomd: ‘Waar is je lach, mijn vriend? Kom op, laat hem zien. Het is een stralende dag en we gaan straks racen’, zei de controleur. ‘Have a great day’.
Dat had ik net even nodig.