In 2005 trad Minardi na het doorsturen van Oostenrijker Patrick Friesacher aan met twee Nederlandse coureurs: Christijan Albers en Robert Doornbos. Maar het is niet omdat beide coureurs dezelfde nationaliteit hebben, dat het er gezellig aan toegaat bij het Italiaanse team. “Die twee waren geen vrienden van elkaar, maar ze hadden allebei dat stoeltje nodig. Hun managers Lodewijk Varossieau en Harry Muermans konden ook totaal niet met elkaar overweg; ze spraken geen woord met elkaar”, legt Stoddart uit aan FORMULE 1.
Voor de Nederlandse pers was het Nederlands getinte team een zegen. “Geweldig was dat: een volledig Nederlands team. Maar ik had die twee jongens wel onder controle, hoor”, blikt Stoddart terug. Naar het rijdersduo toe was de boodschap eenvoudig. “Ik moest maar één ding zeggen: ‘Luister wat je moet doen en wees op de baan zo snel als fucking mogelijk’.”
Voor de buitenwereld leek het soms een moeilijke situatie, maar dat was niet altijd het geval. “Het was niet zo confronterend als veel mensen dachten. Af en toe moest ik een beetje aan ego- management doen, verder viel het mee”, besluit Stoddart.
In de nieuwste editie van FORMULE 1, nr. 05, lees je alles over Paul Stoddart en zijn relatie met Nederland. “Ik moet op Schiphol nog steeds handtekeningen zetten”, zegt de kleurrijke Austaliër. FORMULE 1 nr. 05 is nu in de winkel te koop of hier te bestellen.