Oscar Piastri is bereid, zo zei hij aan de vooravond van de GP Azerbeidzjan, teamgenoot Lando Norris voorrang te verlenen indien hij daarmee de Brit kan helpen voor McLarens ‘hogere doel’: de wereldtitel. In Bakoe is hulpverlenging waarschijnlijk niet nodig, Piastri heeft na de pechsessie van Norris de handen vrij. “Alle seinen staan op groen.”
Er is bij McLaren de laatste tijd bijna elke keer wel iets aan de hand bij een Grand Prix. Is het niet een smeekbede om de ene coureur (Piastri, Hongarije) voorbij te laten, dan is het wel een duel tussen de twee teamgenoten (Monza) waarvan de derde (Charles Leclerc, Ferrari) profiteert. In Bakoe zit Norris in het verdomhoekje. In zijn snelle ronde, tegen het einde van Q1, gaat de gele vlag uit waardoor hij die moet afbreken. Einde oefening.
Collega Piastri laat zien waartoe McLarens MCL38 ook op het supersnelle stratencircuit in staat is. Hij zet zijn auto op P2, achter de ongenaakbare Leclerc. De Australiër heeft in Bakoe met een bliksemstart zicht op de zege. Hand- en spandiensten voor Norris, die de race vanaf P17 vertrekt, lijken niet nodig. In de slotminuten neemt Piastri veel risico voor een topnotering. “Dan ga je iets dichter langs de muur, soms een beetje te dicht. Maar deze baan beloont lef”, meent Piastri. “Ik ben blij met de plek waarvan we starten. Alle seinen staan op groen.”
Toch, zo stelt hij, is die uitgangspositie geen garantie voor instant succes. “Volgen is hier erg lastig wanneer je achter iemand zit. Maar we gaan kijken wat we kunnen doen. Onze racesnelheid is goed. Maar”, zo erkent hij, “de Ferrari’s zijn ook niet langzaam.”