Nadat Michael Schumacher op Silverstone zijn been breekt, wil de algemene opinie de wereldtitel alvast per post naar Mika Häkkinen sturen. De Finse regerend wereldkampioen wordt echter flink onder druk gezet door de tweede rijder van Ferrari: Eddie Irvine. De waterdrager mag na het ongeluk van zijn kopman voor eigen succes gaan, en doet dat met verve.
De eerste race na de Britse GP, die op de A1-Ring in Oostenrijk, wint Irvine meteen. De Noord-Ier wordt in het zadel geholpen door David Coulthard, die zijn teamgenoot Mika Häkkinen na twee bochten in de rondte tikt. Een race later, op Hockenheim, doet Ferrari het echter op eigen kracht. Mika Salo, de vervanger van Schumacher, weet wat hij moet doen en schenkt de eerste plaats aan Irvine, om zelf tweede te worden.
McLaren herstelt zich daarna: Häkkinen wint in Hongarije en Coulthard zegeviert in België. Tot woede van Häkkinen, die hoopte dat het team Coulthard zou terugfluiten. Wel heeft de Fin in het kampioenschap de leiding opnieuw genomen. In Italië is Häkkinen echter niet langer bestemd tegen de druk. Bij het aanremmen van de eerste chicane schakelt hij een versnelling te veel terug, en spint hij de grindbak in. Kwaad gooit hij zijn handschoenen weg, om vervolgens in de Italiaanse bossen in huilen uit te barsten. Irvine profiteert echter niet optimaal: hij pakt slechts één puntje, en staat met de Grand Prix van Europa op de planning samen met Häkkinen op de eerste plaats van het kampioenschap.
Op de Nürburgring komen beide coureurs er echter totaal niet aan te pas. Heinz-Harald Frentzen start de race in de Eifel als eerste. De Jordan-coureur rijdt een solide race, en lijkt zijn laatste kansen voor het kampioenschap te gaan benutten. Als het begint te regenen besluit de Duitser niet te stoppen voor nieuwe banden. Irvine en Häkkinen doen dat wel, maar vervolgens zet de regen niet door. Na ruim dertig ronden komt Frentzen voor het eerst binnen. Een vlekkeloze pitstop, ware het niet dat de Jordan na het uitrijden van de pits stilvalt vanwege een elektrische storing. Het blijkt het eerste ingrediënt te zijn van de meest krankzinnige race van dat jaar.
Coulthard pakt na de uitvalbeurt van Frentzen de leiding, maar spint luttele ronden daarna door eigen toedoen alweer van de baan. De jonge Giancarlo Fisichella krijgt zijn moment van glorie, en van teleurstelling. De Italiaan kan zijn Benetton namelijk ook niet op de baan houden. Ralf Schumacher, die voor Williams na 49 ronden de leiding neemt, kan dat wel. Een klapband voorkomt echter de eerste overwinning van de Duitse coureur.
En zo valt elke favoriet voor de winst op de Nürburgring uit, of terug. En dan grijpen de underdogs hun kans. Johnny Herbert wordt de gelukkige winnaar in Europa. De ervaren Engelsman was het hele jaar geen partij voor Rubens Barrichello, maar laat in de knotsgekke race zien het hoofd koel te houden met zijn ervaring. In de zeventien ronden dat hij aan de leiding gaat, maakt hij geen fout.
Dat doen Jarno Trulli en Barrichello ook niet. Zij begeleiden Herbert samen met tweevoudig wereldkampioen Jackie Stewart, de eigenaar van de gelijknamige renstal, naar het podium. Het is de eerste overwinning voor de formatie die in 1997 in de Formule 1 debuteerde. Daarna volgen er nog veel meer. Niet onder de naam van Jaguar, dat Stewart eind 1999 overneemt, maar onder de scepter van Red Bull Racing, dat sinds 2005 actief is in de Formule 1.
Naast een verrassende winnaar, zijn er veel verliezers in de Europese GP van 1999. Häkkinen wordt uiteindelijk vijfde, en gaat zo weer alleen aan de leiding omdat Irvine slechts zevende wordt. Bij een pitstop was Ferrari vergeten een achterband klaar te zetten, en daarom kon de Noord-Ier een goede eindklassering wel vergeten.
De grootste verliezer is misschien wel Luca Badoer. De Italiaan scoorde nog nooit een punt. In de Eifel leek daar verandering in te komen. Tot een paar ronden voor het einde van de wedstrijd reed Badoer in zijn Minardi op de vierde plaats. De auto was misschien wel langzaam, onbetrouwbaar was hij niet. Op de Nürburgring echter wel. Twaalf ronden voor het vallen van de vlag houdt de transmissie er mee op. Opnieuw ziet de Formule 1-kijker tranen bij een coureur. Indirect zorgt Badoer echter alsnog voor een feestje bij Minardi. Door zijn uitvalbeurt schuift teamgenoot Marc Gené immers door naar de zesde plaats, destijds goed voor het laatste puntje.
Het grootste feest wordt echter gevierd bij Stewart. Voor Herbert was het zijn derde F1-zege, en hij kan zijn geluk niet op. “Ik ben absoluut door het dolle heen”, erkent hij na afloop. “Het is vooral heel leuk voor Jackie: dit is het laatste jaar dat het team zijn naam draagt. Ook wil ik het team, met Gary Anderson en mijn ingenieurs voorop, enorm bedanken met het geweldige werk dat ze hebben verzet.”
“In de slotfase kon ik alleen nog maar hopen en bidden dat de auto heel bleef. Toen ik een gat ten opzichte van Trulli had kon ik mij enigszins ontspannen. Ik kon eerder opschakelen, vroeger terugschakelen en mij concentreren om niet teveel van de auto te eisen. Dit resultaat had ik nooit verwacht. Er is altijd een mate van geluk in een race en dit was gewoon onze dag.”
En Ferrari en McLaren? Die maken er in de laatste twee races een spetterende slotfase van een denderend seizoen van. In Maleisië komt Schumacher terug van zijn beenblessure. De Duitser laat Irvine winnen, waardoor die een voorsprong van vier punten heeft in de laatste race. De Noord-Ier wordt echter derde, achter Häkkinen en Schumacher. Zijn eerste en laatste kans op de wereldtitel gaat verloren.
Irvine vertrekt het jaar erop namelijk naar Jaguar, het oude Stewart. Jaguar blijkt echter geen goede F1-auto te kunnen bouwen, en trekt zich na 2004 met de staart tussen de benen terug uit de Formule 1. Irvine gaat eind 2002 met pensioen.
Tijdschema Grand Prix van Europa 2011
Vrijdag 24 juni
10:00–11:30: Vrije Training 1
14:00–15:30: Vrije Training 2
Zaterdag 25 juni
11:00-12:00: Vrije Training 3
14:00-15:00: Kwalificatie
Zondag 26 juni
14:00-16:00: Race