Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
“Deze wagen vertegenwoordigt de toekomst”Wat namelijk ook nieuw is dit jaar, is de ‘attackmode’. Coureurs die buiten de racelijn proberen in te halen krijgen extra vermogen. Dit kunnen zij naar wens gebruiken in de rondes daarna. Om de races minder voorspelbaar te maken, krijgen de teams pas een uurtje voor de race te horen op welke plek de extra energie wordt behaald. Daarnaast bestaat de ‘fanboost’ nog steeds. Dit is extra vermogen die coureurs kunnen krijgen door middel van stemmen van het publiek. Leuk detail: bij het gebruik van de attackmode en fanboost lichten ledlampjes op de halo op. In onderstaand filmpje wordt de attackmode uitgelegd.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Wat de Formule 1 al jaren probeert maar nauwelijks lukt, doet de Formule E wel: racen in het hart van de mooiste steden ter wereld. Rome, Parijs, Hong Kong en New York: het zijn slechts enkele van de prachtige racelocaties. Zelfs in Zwitserland, in Bern, krijgt de Formule E het voor elkaar om een race te organiseren – en dat terwijl autosport daar jarenlang verboden is geweest. Doordat de auto’s geen uitstoot hebben en weinig geluid maken, zijn de steden bereid ze door de centra te laten racen. De circuits in de doorgaans smalle straten leveren niet alleen mooie plaatjes op, ze zorgen ook voor spectaculaire races. De muren zijn altijd dichtbij en een klein foutje wordt zo afgestraft. We hebben al menig coureur zich zien verslikken en zat wagens de muur in zien knallen. Niet alleen het karakter van de baan is daar de oorzaak van, de Gen1 wagen was ook uiterst lastig te besturen. Maar niet alleen de crashes maken het spannend: het racen is altijd op de limiet en de wagens en coureurs zijn aan elkaar gewaagd. Kijk niet gek op van gevechten met verschillende rijders tegelijk, veel wisselingen van leiding en verrassende uitslagen. Nieuw is ondertussen dat een ePrix nu 45 minuten duurt, in plaats van een bepaald aantal rondes. Daardoor weten teams en rijders van tevoren niet hoeveel rondes zij gaan afleggen, wat ervoor kan zorgen dat coureurs aan het einde van de rit in de problemen komen. Dit maakt het spelletje extra onverwacht. IJzersterk deelnemersveld
De vijfde jaargang heeft opnieuw een sterk deelnemersveld. Met in totaal negen ex-Formule 1-coureurs op de grid, waaronder Felipe Massa, Stoffel Vandoorne, Lucas di Grassi, Sébastian Buemi, en Pascal Wehrlein. Een opvanghuis voor Formule 1-rijders kan het echter niet genoemd worden: in de eerste plaats zijn het zeker geen slechte namen, daarnaast zitten er tussen de dertien andere rijders een aantal talenten die via een andere route in de elektrische bolides terecht zijn gekomen zoals Sam Bird, António Félix da Costa, Gary Paffett en Felix Rosenqvist. In de persoon van Robin Frijns neemt er ook een Nederlander deel. Hij komt uit voor het team van Virgin, dat met een Audi-klantenwagen aan de start verschijnt. Daarmee maakt hij zeker kans op goede klasseringen, want Audi was vorig jaar het toonaangevende team. Dat erkent ook Frijns: “Het is geweldig om me bij zo’n sterk team te voegen en met het werk dat zij al gedaan hebben, is duidelijk dat we een heel goed pakket hebben.” Lees ook: Frijns keert terug in de Formule E: ‘Heel blij om terug te zijn’ Qua teams heeft de Formule E dit jaar het sterkste veld uit haar nog prille bestaan. Nu personenauto’s in steeds grotere mate op elektriciteit overgaan, krijgt de Formule E steeds meer relevantie. “Ik denk dat wanneer de auto-industrie verder elektrisch wordt, de Formule E de belangrijkste raceklasse zal zijn”, aldus Agag. Met Audi, Jaguar, Nissan en BMW (dat ook sterk voor de dag kwam tijdens de pre-season test en grote kanshebber is, red.) zijn vier grote namen uit de auto-industrie als fabrikant aan de klasse verbonden. Volgend seizoen komen Mercedes en Porsche daar nog bij. Een lijst fabrikanten waar de Formule 1 jaloers op kan zijn. De almaar groeiende Formule E kan aankomende zaterdag met opgeheven hoofd aan een nieuw tijdperk beginnen. Wie de eerste ePrix met de Gen2 op zijn naam schrijft, weten we dan.