Wint Fernando Alonso definitief de slag, of tovert Michael Schumacher nog een konijn uit de hoge hoed? Als de Duitser het in Amerika niet voor elkaar heeft, lijkt de titelstrijd definitief gelopen. Maar eigenlijk is dat niet het belangrijkste dit weekend, want de Formule 1 heeft iets goed te maken.


De Grand Prix van Amerika van 2005 zal altijd in de herinnering blijven als de race die geen race was. Het fiasco met de Michelin-banden; de start met zes Bridgestone-auto’s en veertien auto’s die na de opwarmronde in de pit terugkeren heeft de Formule 1 in Amerika een enorme klap gegeven. En dan voegt Bernie Ecclestone daar nog even doodleuk aan toe dat de Formule 1 niks heeft overgehouden aan de race in Amerika.

Het kan ook tactiek zijn geweest, want al snel lieten de fabrikanten weten een Grand Prix in Amerika wél belangrijk is. En dat men zelfs niet onwelwillend staat tegenover een tweede race. Maar dan moet eerst de eerste gered worden, want zo’n farce als vorig jaar is een circuit als Indianapolis niet waard.

Wat de Formule 1 wel kan gebruiken is zo’n race als in 2000 en 2003. Dat er in die races zo veel te beleven viel was deels te danken aan het weer: de races waren op z’n zachtst gezegd niet geheel droog. Vooralsnog gaan de laatste voorspellingen voor zondag uit van een wisselvallige dag, dus wie weet…

Maar de laatste regenrace in de Formule 1 is alweer zo’n tijd geleden, waarom zou het er dit weekend wel van komen? Het woord is daarom dit weekend (weer) aan Alonso, Schumacher en… Kimi Raikkonen. McLaren lijkt de weg naar boven te hebben ingezet. Eerst een podiumplek in Silverstone, daarna een kans op de zege in Canada. Als die lijn wordt doorgetrokken kan dit wel eens het weekend van ’The Iceman’ worden.

Want het klinkt misschien gek om zo te stellen dat Raikkonen had kunnen winnen in Canada, maar het is wel degelijk zo. Een probleem met de koppeling voorkwam echter dat hij na zijn eerste pitstop de leiding behield. ,,Ik had inderdaad verwacht dat Kimi voor me weer op de baan zou komen”, gaf Alonso naderhand toe. ,,En daarna moest ik behoorlijk doorrijden omdat hij de tweede keer weer later zou stoppen dan ik.”

Ook Jean Todt is zich bewust van de revival van McLaren. ,,Ze zitten nog wel achter ons, denk ik. Maar ze worden steeds sterker. Het verschil in rondetijd is inmiddels zo klein dat de slagorde per weekend kan verschillen. Eigenlijk valt het niet eens te voorspellen. Het enige dat valt te concluderen is dat Alonso en Renault het meest constant zijn.”

,,Indy is een wat raar circuit met dat lange rechte stuk en dat nauwe infield. Ik hoop dat we sterk zijn. En het kan, want we zitten er dicht bij. Alleen verkeren we nog niet in de situatie dat we met het volste vertrouwen naar de race toeleven om daarna wel even te domineren. En steeds als we een beetje druk uitoefenen antwoordt Alonso met een sterk optreden”, blijft McLaren-CEO Martin Whitmarsh met beide benen op de grond staan.

En Kimi zelf? Meestal doet hij geen gepeperde uitspraken zo voor een Grand Prix-weekend. Maar dit keer durft hij zowaar te reppen over een zege. ,,We hebben een stap voorwaarts gezet, dat hebben we in Montréal getoond. Hopelijk is het dit weekend echt mogelijk om te strijden om de overwinning. Ik hoop dat het lukt, want ik zou graag willen zeggen dat ik een race op de befaamde Indianapolis Motor Speedway heb gewonnen.”

KVN