Als de Formule 1 komend weekend Miami aandoet, is dat 25 kilometer ten noorden van downtown op een kunstmatig ‘stratencircuit’ rondom Hard Rock Stadium. Toch zijn ook Miami’s echte met palmbomen gelardeerde boulevards bekend autosportterrein, met Jan Lammers die er in de jaren tachtig met alle Miami Vice-vibes van dien racet.

Streets of Miami:het prijkt van 1983 tot en met 1993 op de IMSA-kalender, als de Amerikaanse raceklasse één van zijn hoogtijperiodes doormaakt. Aanvankelijk denderen de prototypes en GT’s over de brede Biscayne Boulevard en door Bayfront Park langs – zoals de naam aangeeft – de baai, alvorens vanaf 1986 iets noordelijk naar Bicentennial Park uit te wijken. Al kronkelt ook die omloop nog tussen Biscayne Boulevard, normaliter een drukke verkeersader naar het stadshart, en de baai door.

In de tweede helft van de jaren tachtig worden de straten en het park eind februari, begin maart echter telkens afgesloten voor normaal verkeer. Het is tijdens de ‘Grand Prix of Miami’, zoals de IMSA-race heet, het gereserveerde domein voor prototype-bolides van divers pluimage én de autosportvarianten van auto’s die doorgaans niet in Miami’s betere buurten misstaan: van all American Chevrolet Corvettes of Pontiac Firebirds tot Europese of Aziatische exoten als een Porsche 911 of Nissan 300ZX.

Hoge hekken

Racen in Miami is natuurlijk racen met de beroemde skyline en palmbomen op de achtergrond, en in de voorgrond betonnen muren en hoge hekken die de straten afbakenen. “Ik bewaar leuke herinneringen aan die tijd”, vertelt Lammers, die zelf in 1988 en 1989 met Jaguar in IMSA’s prototype-topklasse aan de start staat, al begint zijn ‘Miami-verhaal’ eerder. “In 1985 reed ik voor Forsythe een Indycar-race op Tamiami Park”, verwijst hij naar dat stratencircuit door University Park, een half uur westwaarts vanuit downtown. “Ik lag eigenlijk op kop, maar zette ‘m een rondje of tien voor het eind in het grind. Balen, anders was dat mijn eerste Indycar-zege geweest.”

Foto: Motorsport Images

‘Het was eigenlijk gewoon vakantie’

Dat het op de baan niet altijd makkelijk gaat – zelfs niet voor Jaguar, waarmee Lammers in 1988 nota bene Le Mans wint – blijkt in beide Miami-races: Lammers finisht in ’88 als zesde en haalt het jaar erop de finish niet. Toch zijn z’n IMSA-jaren en -uitstapjes zeer succesvol. Zo wint hij Daytona in 1988 én 1990 en scoort (ook later nog) podiumplekken op Sebring. “Dat is wel één van de big things in Amerika.” Aan de ontspannen sfeer en het kameraadschap bewaart hij zo niet nog mooiere, dan wel warmere, herinneringen. “Het was eigenlijk gewoon vakantie. Met teamgenoten als Johnny Dumfries, die helaas te vroeg is overleden, en Andy Wallace waar ik nu nog close mee ben, was het geweldig.”

Het uitgebreide verhaal van Jan Lammers over Miami is terug te lezen in de nieuwste editie van FORMULE 1 Magazine. Deze ligt nu in de winkel of is hier bestellen, hij wordt gratis bezorgd.