Met een dubbele puntenfinish en tien punten in Azerbeidzjan zette Racing Point een fikse stap. En zo moet het doorgaan, stelt coureur Lance Stroll. Een update voor Barcelona moet daarbij helpen.

Volgens Stroll, wiens vader eigenaar is van Racing Point, is de vierde plek bij de constructeurs namelijk nog altijd het doel voor de formatie uit Silverstone. “Absoluut”, zo draait hij er tegenover Formula1.com niet omheen. Momenteel staat het team vijfde in de stand, vóór Azerbeidzjan stond het echter nog achtste. “Azerbeidzjan is een goed voorbeeld van hoe het moet; we maakten daar een flinke sprong en zo willen we het dit jaar vaker zien.”

Stroll finishte in Bakoe als negende, teamgenoot Sergio Pérez kwam als zesde over de streep.

Bij de komende Grand Prix in het Spaanse Barcelona komt Racing Point daarbij met (naar verluidt omvangrijke) updates voor de RP19-bolide. De auto vertoonde in de eerste vier Grands Prix van 2019 nog veel overeenkomsten met de Force India van vorig jaar, nadat Stroll senior dat team pas in de zomerpauze overnam. Het effect van de kapitaalinjectie van Stroll senior en consorten moet met ingang van Spanje gevoeld gaan worden.

Lees ook: Sergio Pérez na zesde plek: ‘Op dit resultaat voortbouwen in Barcelona’

Ontwikkelingsrace
“We proberen de auto uiteraard sneller te maken voor Barcelona”, beaamt Stroll junior. “Vanaf Spanje tot en met het eind van het seizoen is het eigenlijk een lange ontwikkelingsrace”, weet hij. “Het zit allemaal dicht bij elkaar in de middenmoot – het verschil tussen het team dat vierde is en het team dat negende staat, is immers maar een paar tienden – en dat betekent gewoon dat het een mooi gevecht wordt.”

Lees ook: Szafnauer: ‘Lance Stroll past goed binnen Racing Point en wordt alleen maar beter’

Teambaas Otmar Szafnauer vertelt op zijn beurt aan Formula1.com dat de geldstroom die sinds de overname op gang is gekomen het team zeker zal helpen in de ontwikkelingswedloop. “Een beperking die we vroeger hadden is dat we wel nieuwe dingen bedachten, maar de daadwerkelijke onderdelen voor de auto niet altijd konden maken. Dat is nu wel anders.”