De volgend seizoen terugkerende Kimi Räikkönen maakt zich niet bezorgd om de veranderingen die de Formule 1 sinds zijn vertrek heeft doorgemaakt, zoals de overstap van Bridgestone- naar Pirelli-banden.

Toen Räikkönen eind 2009 de Formule 1 verliet, reed het gehele veld op banden van Bridgestone. Inmiddels wordt er schoeisel van Pirelli gebruikt en deze Italiaanse banden zijn wezenlijk anders dan het rubber van Japanse makelij, maar Räikkönen maakt zich daar niet druk om: “Ik denk dat de overstap van Michelin naar Bridgestone van 2007 groter was dan dit zal zijn”, zegt hij tegen het Finse Turun Sanomat.

“Ik heb nu immers twee jaar niet op Formule 1-banden gereden, dus het is niet zo dat ik aan een bepaald bandenmerk gewend ben geraakt”, legt de coureur uit die in 2010 en 2011 in het World Rally Championship actief was.

“Wat dat betreft zal de stap dus kleiner zijn”, denkt Räikkönen, die al wel informatie over de Pirelli’s heeft ingewonnen: “Ik heb met mijn goede vriend Pedro de la Rosa (voormalig testcoureur van Pirelli, red.) gesproken en hij heeft me verteld dat de banden goed aanvoelen en aan het begin van hun levensduur veel grip geven, wat voor mij erg fijn is.”

De 32-jarige Fin meldt verder dat hij waarschijnlijk – bij wijze van kennismaking – met een Formule 1-auto met GP2-banden zal gaan testen voordat het tijd is voor de wintertests.

Ook het wederom in gebruik zijnde KERS en de dit jaar geïntroduceerde verstelbare achtervleugel verwacht Räikkönen snel onder de knie te krijgen: “KERS ken ik immers nog uit 2009 en in die tijd hadden we ook meer dan genoeg knopjes op het stuur, dus ik denk niet dat ik daar moeite mee zal hebben.”

Eén van Räikkönens managers, Steve Robertson, geeft op zijn beurt aan dat zijn beschermeling met zijn comeback in de Formule 1 ’terug is waar hij hoort te zijn’. “Want naar mijn mening was hij toen hij in 2009 vertrok nog te jong en goed om afscheid te nemen.”

“Ook nu heeft Kimi de sport echter nog heel veel te bieden, en hij heeft ons flink achter de vodden gezeten toen hij ons vroeg hem weer in de Formule 1 te krijgen”, benadrukt de belangenbehartiger.

Robertson deelt tot slot nog mede dat de onderhandelingen met Renault – in tegenstelling tot die met Williams – snel afgerond waren: “We hebben weken met Williams om de tafel gezeten, maar kwamen er gewoon niet uit. Pas vlak voor de Grand Prix van Abu Dhabi zijn we met Eric Boullier van Renault gaan praten en toen ging het snel, want beide partijen wilden snel tot een overeenkomst komen.”