Red Bulls deelname aan het volgende Formule 1-seizoen is niet zeker, aangezien het niet weet of het wel over een motor zal beschikken. Dat vertelt teambaas Christian Horner aan Autosport.

Red Bull lijkt zo goed als zeker te breken met haar huidige motorleverancier Renault, maar heeft nog geen vervanger weten te strikken. Eerdere gesprekken met Mercedes zijn op niets uitgelopen, waardoor de energiedrankfabrikant nu ogenschijnlijk op Ferrari is aangewezen.

Het afwikkelen van het ontbinden van het contract met Renault en het rondkrijgen van een akkoord met een nieuwe motorleverancier, neemt uiteraard tijd in beslag. Gevraagd door Autosport of dit de kansen schaadt van Red Bull om in 2016 op de grid te staan, antwoordt Horner dat dit ‘er vanaf hangt of andere partijen willen dat we er volgend jaar weer bij zijn’.

“Zonder motor, kunnen we niet meedoen”, verklaart Horner vanzelfsprekend, waarbij hij eraan toevoegt dat het eerdere dreigement van Red Bull-eigenaar Dietrich Mateschitz om ermee te stoppen geen loze uitspraak was: “Dietrich heeft telkens heel duidelijk gemaakt dat hij wil dat het team over een competitieve motor beschikt.”

Zoals wel vaker geeft Horner verder nog te verstaan dat Red Bulls toekomstplannen (officieel) afhangen van wat Renault besluit te doen en dat de Franse autofabrikant daar nog niet uit is. “We zullen de zaak eerst met Renault bespreken voordat we er iets publiekelijk over zeggen.”

“Pas als Renault weet wat het gaat doen, kunnen we aan de toekomst denken”, verklaart de teambaas van de formatie die om de tafel zit met Renault om te kijken wat het aan moet met het officieel nog tot en met eind 2016 doorlopende contract.

Horner laat verder dus ook niets los over eventuele onderhandelingen met Ferrari, al erkent hij dat het ‘duidelijk is dat er weinig keus is’ wat betreft het vinden van een leverancier die Red Bull – en opleidingsteam Toro Rosso – van een competitieve motor kan voorzien.