Red Bull-coureurs Daniel Ricciardo en Daniil Kvyat hebben gezamenlijk achttien punten gescoord in Bahrein. Ricciardo was vierde en best of the rest, Kvyat zevende.
Ricciardo was in de kwalificatie al de aanvoerder van de middenmoot. Door de vijfde startplek te claimen, achter de Mercedes- en Ferrari-coureurs, wiens teams los zijn van de rest.
De start van de race was ‘interessant’, vertelt Ricciardo: “Er was chaos in de eerste bocht. Ik probeerde ervan te profiteren, maar eindigde met schade aan mijn voorvleugel na contact met Valtteri Bottas.”
Ricciardo liet zich daar echter niet door afremmen. Hij reed de hele race met één
wing endplate minder: “Er was wel een moment waarop ik dacht een stop te maken voor een nieuwe vleugel, want er was een flink stuk van de vleugel geslagen. Uiteindelijk had ik er echter niet te veel last van en we hadden ook gewoon nog een goede race.”
De race eindigde wel saai, vindt Ricciardo, die daarentegen in begin met Bottas vocht en na een vroege stop een tijdje in de middenmoot duelleerde. Hij reed ook nog even op P3 rond, maar eindigde uiteindelijk achter de Mercedessen en Ferrari’s Kimi Räikkönen als vierde. “Zo hebben we goede punten aan deze race overgehouden”, concludeert hij.
Kvyat in duel met Massa.
Teamgenoot Kvyat moest van een stuk verder terug komen om punten te pakken. Hij begon de race na een tegenvallende kwalificatie slechts als vijftiende, maar een afwijkende strategie bracht hem P7. “Ik ben heel tevreden met hoe het vandaag ging”, zegt Kvyat dan ook.
“Het begin van de race was moeilijk, maar met oog op mijn startplek denk ik dat we van een goede race kunnen spreken. De
pace van de auto was goed en het team had een slimme strategie uitgedokterd, waardoor we het verkeer grotendeels konden ontlopen. We hebben elke kans die zich voordeed daarbij gegrepen”, stelt hij tevreden vast.
De kwalificatie blijft wel een verbeterpunt voor de volgende race, benadrukt Kvyat: “Maar ik verlaat Bahrein toch met een positief gevoel. Er werd veel gevochten in deze race en ik ben er blij mee dat ik me daarin kon mengen.”
