
Cyril Abiteboul (links) met Renaults racing director Frédéric Vasseur.
Wat volgens Abiteboul ook helpt, is dat Renault door de overname van Lotus tijdens de winterpauze weer een fabrieksteam heeft. “Logistiek gezien is dit al een enorme bonus, maar het is ook heel anders om als fabrieksteam te werken dan als motorleverancier krachtbronnen aan een klant te leveren.” “Als je een fabrieksteam hebt, komt er voor mijn gevoel namelijk iets extra vrij bij het personeel. Dat is net dat kleine beetje meer dat in de Formule 1 zo belangrijk kan zijn, zeker onder de huidige regels.” Als voorbeeld noemt Abiteboul een bezoek van Renault-coureurs Kevin Magnussen en Jolyon Palmer aan de motorafdeling in Viry. “Dat zorgde voor een enorme energie bij iedereen. Niets ten nadele van Sebastian Vettel, op wie we dol zijn en met wie we in zijn Red Bull-jaren geweldige successen hebben behaald, maar het is toch anders als het echt om een Renault-coureur gaat, die voor een Renault-team met een Renault-auto rijdt.” Wat Renault verder helpt, is dat motorgoeroe Mario Illien en zijn firma Ilmor meer bij de motorontwikkeling betrokken zijn. “Dankzij Ilmor kunnen we veel meer dingen testen en uitproberen.” Het Renault-fabrieksteam profiteert daar uiteraard van, maar ook Red Bull rijdt uiteraard nog met – tot TAG Heuer omgedoopte – Renault-motoren. Ondanks alle frictie met Red Bull gedurende 2015, denkt Abiteboul dat Renault er goed aan heeft gedaan de relatie voort te zetten. Ook omdat er door met een klantenteam te werken meer kilometers gemaakt worden met haar krachtbronnen. “We moeten maar aankijken of het over een paar jaar nog loont om op deze manier verder te gaan, maar we moeten eerst nog een flinke inhaalslag maken en in dat opzicht is het logisch en goed dat we met elkaar verder zijn gegaan.”