Daniel Ricciardo is nog altijd een voorstander van het Drag Reduction System (DRS). Het is, ondanks de nieuwe technische regels, nog steeds nodig om het inhalen te bevorderen, aldus de Australiër.
Met de nieuwe regels zou het volgen en inhalen een stuk makkelijker moeten zijn. Daardoor zou de DRS eventueel kunnen verdwijnen omdat het overbodig wordt, maar volgens Ricciardo is het hulpmiddel nog altijd nodig in de Formule 1.
“Begrijp me niet verkeerd, het volgen van auto’s gaat dit jaar een stuk makkelijker en er was al een kleine verbetering”, wordt Ricciardo geciteerd door Racefans.net. “Maar ik weet niet, heeft iemand ingehaald zonder DRS? Je hebt het nog steeds nodig”, oordeelt de Australiër. “Ik weet dat sommige mensen geen fan zijn van de DRS, maar ik ben nog wel voorstander van de DRS.”
Lees ook: Leclerc pleit voor behouden van DRS: ‘Races zouden anders heel saai zijn’
Dat de DRS nog altijd nodig is, komt volgens Ricciardo doordat de auto’s op de rechte stukken niet genoeg verschil maken. “Je kan beter volgen en zodoende dichter achter iemand blijven, maar het slipstreameffect is voor mijn gevoel dit jaar kleiner dan vorig jaar. Je hebt de DRS nodig om het voordeel op de rechte stukken groter te maken.”
Ricciardo benadrukt dat het wel kan verschillen per circuit. “Het kan afhangen van de grootte van de achtervleugel die de teams gebruiken. We hebben het nog steeds nodig. Je kan die DRS-zones natuurlijk inkorten of verlengen. Ze kunnen spelen met de afstand voor DRS, maar een beetje afstand is goed”, aldus de McLaren-coureur.