Red Bull-coureur Daniel Ricciardo heeft toegegeven dat de nieuwe Renault-motor nog niet zo goed is als gehoopt, maar houdt zich er aan vast dat er nog tijd is deze te verbeteren voor de start van het seizoen.

Na betrouwbaarheidsproblemen tijdens de eerste testweek in Jerez, kende Ricciardo donderdag tijdens de eerste testdag in Barcelona geen al te grote problemen, maar tevreden over de prestaties van de Renault-krachtbron die achterin zijn Red Bull ligt, is de Australiër nog niet.

“De motor is nog niet op het niveau dat we willen”, zegt Ricciardo tegen Autosport, verwijzend naar de performance van de Renault-V6 en de manier waarop het vermogen via de aandrijflijn wordt gedistribueerd.

“Er moet nog wel het één en ander aan fine tuning gedaan worden, maar we hadden aan de andere kant ook niet verwacht dat de motor al helemaal in orde zou zijn. We hielden er echter al rekening mee dat het meer tijd zou kosten, dus dit komt niet als verrassing voor ons.”

“Een aantal andere teams heeft op dit moment op dit vlak een voorsprong op ons, maar we zullen er zeker staan als we straks in Melbourne zijn voor de eerste race”, zo houdt de coureur uit Perth vertrouwen.

Een positief punt, volgens Ricciardo, is dat alle grote problemen inmiddels achter de rug lijken. “We hebben nog altijd geen dag gehad waarop we zomaar honderd rondjes hebben kunnen rijden, maar we hebben op de eerste dag in Barcelona ook niet zoveel aan de motor hoeven te sleutelen als in Jerez.”

“We maken dus zeker vooruitgang, ook al is het dus zaak om nog een aantal dingen fijn te slijpen”, aldus Ricciardo, die denkt dat Mercedes haar zaakjes nog altijd het best voor elkaar heeft, maar ook onder de indruk is van hoe Ferrari het vooralsnog doet tijdens de wintertestdagen.