Hij begon als zeventiende en kwam over de streep als zeventiende: Daniel Ricciardo zit met de nodige vraagtekens na de Grand Prix van Nederland. De McLaren-coureur dacht dat het een beter weekend voor hem zou worden, maar niets bleek minder waar: “Ik dacht niet dat het nog erger kon.”
Ricciardo moest vanaf de zeventiende plaats beginnen nadat hij in de kwalificatie tijd liet liggen in de laatste sector en wees naar de vuile baan als oorzaak. In de race hoopte hij zich een weg naar voren te vechten, maar in plaats daarvan was de Australiër de hele race achterin te vinden en kwam hij ook weinig in beeld.
Dat verbaasde Ricciardo, aangezien hij het gevoel had dat het voor hem een beter weekend zou zijn in Zandvoort. “Ik heb het gevoel dat er al veel slechte zijn geweest”, zegt Ricciardo over de races van dit seizoen tot nu toe. “Dus als ik dan zeg dat dit de slechtste was… Ik dacht niet dat het nog erger kon.”
Lees ook: Vuile baan hindert Ricciardo in kwalificatie: ‘Kostte me drie tienden’
“Het was ook gek”, voegt Ricciardo toe. “Als ik denk aan de eerste vrije training, kan ik me herinneren dat Tom (Stellard, race-engineer, red.) na de eerste paar ronden zei dat ik P1 stond. Ik dacht toen, ‘mooi’, ook al had nog niet iedereen een tijd gezet. Ik dacht dat dit een teken was dat dit een veel beter weekend zou worden.”
Dat is volgens Ricciardo dan ook waarom het weekend in Zandvoort een ‘gekke’ was. “Ik weet dat we het in de kwalificatie in de laatste bocht verloren, maar ik had het gevoel dat we in een veel betere auto zaten, dat we ons in een veel betere positie bevonden in de eerste vrije training. Het is dus moeilijk te zeggen, maar het was zeker geen goed weekend.”
Wegrennen voor het gevecht, nu hij eind dit jaar McLaren verlaat, wil Ricciardo niet. “Ik wil gewoon aanwezig zijn bij de komende zeven races. Ik wil nu nog niet dat ticket boeken”, doelt hij op een vliegticket naar Australië, om daar even te ontspannen. “Aan het einde van het seizoen zal ik dat wel willen doen, wat tijd thuis besteden. Maar daar ben ik nog niet klaar voor”, besluit hij strijdlustig.