Daniel Ricciardo wil niet al te lang stil blijven staan bij de teleurstelling van de Grand Prix van Turkije. De Australiër, die als dertiende eindigde op het vochtige Istanbul Park, zegt dat het resultaat zijn stemming niet verpest: “Ik denk dan gewoon weer aan Monza en dan ben ik weer helemaal vrolijk!”
Ricciardo won nog verrassend genoeg de Grand Prix van Italië en werd vierde na een hectische slotfase in Rusland, maar in Turkije kwam de Australiër amper in beeld. Het weekend begon al matig voor Ricciardo, die in de kwalificatie zelfs al na Q1 afscheid moest nemen met de zestiende tijd. Uiteindelijk besloot McLaren hem een nieuwe motor te geven en dus moest hij achteraan starten. Hij leek goed op weg toen hij als een van de eerste coureurs naar binnen ging voor een nieuwe set van de intermediates, maar na een sterke start van zijn tweede stint kwam hij tekort om naar de punten te rijden. Hij kwam als dertiende over de streep in een weekend waarin McLaren stukken minder snel oogde dan de races ervoor.
“Dit resultaat zal mijn stemming niet verpesten”, zei Ricciardo in Turkije. “Als ik aan dit weekend denk, moet ik gewoon even denken aan Monza en dan ben ik weer helemaal vrolijk! Het zit dus wel goed. We gaan het allemaal bespreken en zullen proberen er iets van te leren, maar we gaan gewoon door. Het is slechts een drempel op onze reis, dus geen stress. Ik kijk uit naar Austin, dat is alles!”, aldus de Australiër.
Lees ook: Norris: ‘Zevende plaats was het beste wat we konden doen’
Op het natte circuit had Ricciardo gehoopt punten te pakken zoals teamgenoot Lando Norris, al wist hij ook dat het een uitdaging zou worden. “Ik wil er liever niet over praten, het was best pijnlijk!”, lachte hij na de race. “We waren niet snel. Ik dacht aan het begin dat we wat sneller konden inhalen, maar we haalden en paar auto’s in en toen viel het gewoon stil. Ik heb de banden best snel versleten, dus we bevonden ons in de positie dat we iets moesten proberen. Ik dacht dat ik in de vrije lucht een stuk sneller zou zijn, dus we gingen naar binnen voor nieuwe intermediates, maar het was niet zo heel snel. We waren wel sneller, maar het was niets geks.”