Nikita Mazepin is verrast door de intensiviteit van de Formule 1 en ziet nog een lange weg voor zich om het meeste uit zijn auto te kunnen halen. Rookie Mazepin werd in zijn eerste twee raceweekenden geplaagd door spins en ongelukken.

Mazepin zag tijdens de GP van Emilia Romagna voor het eerst de finishvlag na tijdens zijn vuurdoop in Bahrein niet verder te komen dan de vierde bocht. “F1 is verrassend intens geweest voor mij”, zegt hij. “Het is heel erg belangrijk om te blijven leren.”

Lees ook: Villeneuve: ‘Hamilton moet nu meer risico nemen en is dat niet meer gewend’

De verrassende intensiviteit van de raceklasse heeft Mazepin doen inzien dat hij rustig op zal moeten bouwen. “Er valt veel meer te verliezen door te pushen en in de muur te eindigen, dan er gewonnen kan worden met het vinden van een paar tienden”, zegt hij.

Nikita Mazepin, Haas VF-21, crashes out on the opening lap during the Bahrain GP at Bahrain International Circuit on Sunday March 28, 2021 in Sakhir, Bahrain. (Photo by Andy Hone / LAT Images)

“Momenteel is het een steile leercurve”, zegt Mazepin. “Het is een heel andere serie dan wat ik gewend ben te rijden. Het is veeleisend.” De rookie geeft aan van te voren wel te weten dat de Formule 1 zwaarder zou zijn, maar zich te hebben verslikt in de drukte. “De twee kwalificatiesessies die ik heb gehad waren nogal hectisch. En de tijd is korter. Er gebeuren heel veel dingen.”

Lees ook: Red Bull jaagt op beste motorengineers voor eigen krachtbrondivisie

Hoewel in Italië de finish haalde, reed Mazepin ook zijn tweede Grand Prix niet foutloos. De Rus was in de eerste ronde betrokken bij het ongeluk van Nicholas Latifi en gleed in de slotfase van de wedstrijd nog een keer van de baan. Mazepin heeft door zijn fouten al de bijnaam ‘Mazespin’ verkregen. De ludieke website mazesp.in houdt al zijn ongelukken bij.

Toch denkt Mazepin dat hij de juiste stappen zet in zijn nog prille carrière. “Ik ben er vrij zeker van dat ik tenminste nog een paar jaar in deze paddock zal doorbrengen”, zegt hij. “Ik zou nog niet in paniek raken.”