Met Mercedes op het moment als de grote favoriet worden coureurs Lewis Hamilton en Nico Rosberg allebei getipt voor de rijderstitel. Mocht het daadwerkelijk tot een tweestrijd komen, dan is de kans volgens Rosberg echter klein dat dit voor onenigheid binnen het team gaat zorgen.

Rosberg en Hamilton zijn behalve teamgenoten ook al jaren goede vrienden en Rosberg laat in gesprek met Autosport optekenen dat hij niet denkt dat hun vriendschap in een bittere rivaliteit zal veranderen als ze straks inderdaad met z’n tweeën om de titel vechten.

“Ik denk wel dat zoiets een vriendschap onder druk zet, want als je samen met je teamgenoot om topklasseringen vecht, wordt het er vaak niet makkelijker op, maar tot op heden is het altijd heel goed gegaan tussen ons”, verklaart Rosberg.

“In de kartsport vochten we ook wel eens samen om de titel en dat gebeurde altijd zonder problemen”, zegt de Duitser, die daar gelijk enigszins lacherig op moet terugkomen: “Nou ja, zonder problemen… Er ging wel eens iets mis, maar een weekje later was dat dan altijd weer opgelost.”

Rosberg rekent er dan ook niet op dat het gaat knallen tussen Hamilton en hemzelf als ze straks daadwerkelijk om de titel blijken te kunnen vechten: “Ik ben er zeker van dat we het in de hand kunnen houden”, benadrukt hij.

Vertrouwen
Wat de Mercedes-coureur echter ook beklemtoont, is dat hij niet bang is om de strijd aan te binden met Hamilton. “Het is nooit makkelijk het tegen Lewis op te nemen, want hij is razendsnel, maar dat soort uitdagingen maken deze sport juist leuk.”

“We rijden juist in de Formule 1 om dit soort duels uit te vechten en ik ga in ieder geval proberen op elke mogelijke manier het beste uit mezelf naar boven te halen”, verkondigt Rosberg. “En hoe het verder uitpakt tussen ons twee, zien we dan wel weer.”

Dat de nieuwe regels mogelijk in het voordeel zijn van coureurs die strategisch kunnen rijden, zoals Rosberg, is volgens de Mercedes-coureur zelf overigens ‘niets nieuws’. “Maar misschien speelt dit nu inderdaad wel een iets grotere rol”, moet hij toegeven. “Dus ja, als je erin slaagt om het in dat aspect goed te doen, dan denk ik wel dat je in het voordeel bent ten opzichte van de rest.”