Carlos Sainz wil niks weten van de stelling dat de Formule 1 makkelijker is geworden ten opzichte van pakweg tien jaar geleden: “Mentaal gezien zeker niet.”

Carlos Sainz vormt dit jaar samen met Max Verstappen de piepjonge line-up van Toro Rosso. Beide coureurs maken dit seizoen hun debuut, en hoewel er de laatste jaren vaak wordt geroepen dat de Formule ’te makkelijk’ is geworden, is volgens Sainz het tegendeel waar.

“Fysiek gezien is de sport minder veeleisend geworden”, geeft de Spanjaard toe. “Maar daar staat een verschrikkelijke mentale uitdaging tegenover. Ik luisterde in Barcelona het radioverkeer terug om erachter te komen op welke punten we ons nog konden verbeteren en dat waren er nogal wat. Het is mentaal heel zwaar om met al die knoppen en functies bezig te zijn, terwijl je ondertussen ook nog je stinkende best doet om de banden een beetje te sparen.”

“Daarnaast moet je nog een schuin oog houden op de batterij en worden we voor elke bocht geacht de rembalans bij te stellen. Dat is niet niks allemaal. Ik zou veel liever zien dat we de auto’s wat sneller maken zonder dat we al die toeters en bellen in de gaten moeten houden.”

Volgens Sainz ligt in het mentale aspect dan ook de grootste uitdaging voor Formule 1-rookies: “Op dit moment heb je tachtig procent van je concentratie nodig voor alle randzaken in de auto en twintig procent voor het daadwerkelijk besturen van de wagen. Daar moet je in je hoofd wel de ruimte voor zien te vinden. Misschien ziet het er naar de buitenwereld toe makkelijk uit voor debutanten, maar geloof me, dat is echt niet zo.”