In zijn beide optredens voor Renault bereikte Bruno Senna het laatste deel van de kwalificatie. De Braziliaan vertrouwt erop die reeks voort te kunnen zetten.

Hoewel Singapore de Renault R31 waarschijnlijk minder goed ligt dan Spa en Monza, staat daar tegenover dat Senna zich beter thuisvoelt in de auto. “We boeken geleidelijk progressie”, zegt hij. “Maar ik zit nog niet op honderd procent. Er zijn nog een paar punten waar ik aan moet werken, zoals mijn technische kennis van de auto.”

“Elk weekend absorbeer ik zo veel mogelijk informatie”, vervolgt Senna. “Hopelijk kunnen we daarmee, als team, punten blijven scoren en een vaste waarde zijn in Q3.” 

Senna zegt al gewend te zijn aan zijn status als racecoureur. “In Monza had ik het erg naar mijn zin, omdat ik al een Grand Prix achter de rug had”, vertelt Senna. “Ik had al een paar keer gereden in de R31, maar in tegenstelling tot de andere coureurs nog geen volledig weekend afgewerkt. Zij kenden hun auto’s dus al door en door, terwijl ik nog moest beginnen.” 

Senna geeft toe vooral veel moeite te hebben met het wennen aan de Pirelli-banden. “Het is niet makkelijk die optimaal te benutten, maar oefening baart kunst”, zegt de Braziliaan. “Zeker in Singapore is het moeilijk om het maximale uit de auto te halen. Maar ik kijk uit naar alles wat er nog komt en hoop het team meer punten te kunnen bezorgen.”