In de aanloop naar de Grand Prix van San Marino, de derde race van het seizoen op het Autodromo Enzo e Dino Ferrari van Imola, zit Ayrton Senna niet goed in zijn vel. Er zijn veel problemen, vooral met zijn auto. Senna is dat seizoen overgestapt van McLaren naar Williams, waar hij zou gaan rijden met de auto waarmee Alain Prost het jaar ervoor wereldkampioen werd en die Senna toen omschreef als van een andere planeet.
Maar de FIA heeft voor het seizoen 1994 ingrijpende regelwijzigingen doorgevoerd. Veel technische hulpmiddelen die Williams zo’n voorsprong gaven, zoals een actieve wielophanging, tractiecontrole en ABS, worden verboden. Het kost het ontwerpteam onder leiding van Adrian Newey grote moeite van de nieuwe Williams FW16 een competitieve auto te maken. Senna, die zich er veel van had voorgesteld, is hevig teleurgesteld. “Deze auto is onbestuurbaar”, laat hij zich tijdens de eerste tests voor het seizoen al ontvallen.
De eerste twee races verlopen dan ook ver beneden verwachting. In zijn vaderland Brazilië start Senna ondanks de problemen en dankzij zijn enorme talent van poleposition, voor Michael Schumacher. Voor het oog van honderdduizenden extatische fans leidt Senna op Interlagos als beiden voor een tankstop en bandenwissel naar de pit gaan. Schumacher is eerder weg en loopt snel uit op Senna, die zich in zijn drang om hem te achterhalen verremt en van de baan schiet. “Ik reed om te winnen, de tweede plaats interesseerde me niet”, zegt hij.
‘Ik heb een prachtig, lichtgrijs pak voor Ayrton gekocht; dat heeft hij aan in de kist’
Bij Williams heerst het vermoeden dat Schumachers Benetton gebruikmaakt van de verboden tractiecontrole. Dat frustreert Senna. Daar zal acht races later nog iets bij komen wat de snelle pitstops van Benetton in een ander daglicht plaatst: tijdens een pitstop van Jos Verstappen vliegt de auto in brand. Hij komt er gelukkig heelhuids uit, maar onderzoek wijst uit dat het team een filter van het vulsysteem had verwijderd om sneller te tanken: illegaal. De verspeelde eerste plaats tijdens de pitstop leidt tot de fout waardoor Senna bij de eerste race geen punten haalt.
Vandaar dat hij winst in de tweede race, drie weken later bij de Grand Prix van de Pacific in Japan, als absolute noodzaak ziet. Senna start opnieuw van pole, wederom voor Schumacher. Maar bij de start gaat het mis. Schumacher is, mogelijk dankzij de tractiecontrole, razendsnel weg en Mika Häkkinen raakt de achterkant van de wagen van Senna. Die spint en wordt geraakt door Nicola Larini. Beiden liggen er meteen uit. Opnieuw nul punten voor Senna, terwijl Schumacher net als in Brazilië wint en na twee races al 20 punten heeft.
Donderdag
Na de race in Japan doet Williams enkele aanpassingen aan de auto. Zo wordt het stuur iets lager afgesteld, waardoor Senna in de zeer smalle cockpit zijn handen niet meer openhaalt aan de zijkanten. Later zal dit cruciaal blijken in het onderzoek naar het fatale ongeluk. “De auto moet het hier beter doen”, zegt Senna als we hem op de donderdag voor de Grand Prix van San Marino met een aantal Braziliaanse verslaggevers spreken. “We krijgen hem beter onder controle, het circuit is niet zo glooiend en ik heb wat meer bewegingsruimte.”
In dat gesprek lijkt hij met zijn gedachten elders. Hij geeft wel antwoord op onze vragen, maar maakt een afwezige indruk. Bovendien is hij zichtbaar geïrriteerd. Over het uitvallen in de eerste twee GP’s uiteraard, geheel tegen de verwachting in. En over de vaststelling dat Schumacher in zijn Benetton B194 een geduchte concurrent is en de Williams FW16 “een ramp”.
Maar er speelt meer, niet alleen voor Senna de coureur, ook voor Senna de zakenman. Hij heeft een miljoenencontract gesloten om Audi in Brazilië te vertegenwoordigen. Tegelijkertijd is hij bezig een groot dealerschap van Ford te verwerven in São Paulo. Zijn zakenpartner Ubirajara Guimarães, kortweg Bira, is ook in Imola. Er is nog steeds veel te regelen voor de deals.
Vrijdag
De stress bij Senna neemt fors toe als vrijdagmiddag in de eerste kwalificatie het 21-jarige Braziliaanse talent Rubens Barrichello crasht. Het ziet er ernstig uit: Rubinho is buiten bewustzijn en Senna spoedt zich naar het medisch centrum op het circuit. Tien minuten later komt hij naar buiten, zijn ogen betraand. “Alsjeblieft, laat me erlangs. Hij lijkt in orde te zijn”, stamelt hij.
Tot ieders opluchting zijn de berichten over Barrichello hoopgevend. De kwalificatie ligt 22 minuten stil, daarna geldt het motto van de Formule 1: the show must go on. Als er weer gereden wordt, zet Senna de snelste tijd neer. “We hebben een chaotische training gehad. Het ongeluk van Rubinho heeft iedereen beïnvloed”, zegt hij. “Ik slaagde er niet in om ook maar één goede ronde af te leveren. Als ik ergens iets goed deed, maakte ik op een andere plek een fout. Dat ik de snelste ben is geweldig, beter dan ik had gedacht.”
Barrichello wordt overgebracht naar het ziekenhuis Maggiore in Bologna, op zo’n 50 kilometer van Imola. Senna raffelt de teambesprekingen bij Williams af om zijn vriend te bezoeken. Vóór de Pacific Grand Prix hebben de twee nog een paar dagen samen doorgebracht in Tokio. Ook ik ga later die dag naar het ziekenhuis en zie Senna aan het bed zitten van de slapende Barrichello. Hij is zichtbaar onder de indruk.
Zaterdag
Een van de momenten die me het meest bijblijven, is als Senna omhelsd en ondersteund wordt door Sid Watkins, dan de hoofdarts van de Formule 1. Het is kort nadat de Oostenrijker Roland Ratzenberger in de tweede kwalificatie is verongelukt. Watkins en Senna zijn intieme vrienden en de arts vertelt Senna dat er niets meer voor Ratzenberger kan worden gedaan.
Senna is zwaar aangeslagen door de dood van zijn collega, het eerste fatale ongeval in een Formule 1-weekend sinds de dodelijke crash van de Italiaan Riccardo Paletti in 1982 in Canada. Opnieuw is hij voor de deur van het medisch centrum in tranen. Met de verzamelde journalisten staan we op zo’n 20 meter afstand en zien we dat Senna naar binnen wil, Ratzenberger wil zien. Maar hij wordt tegengehouden. Even daarvoor heeft hij een auto van de organisatie geconfisqueerd: hij wil de plaats van het ongeval met eigen ogen zien.
Nadat Ratzenberger per helikopter naar het Maggiore-hospitaal is gebracht, gaat de kwalificatie verder. Senna gaat het circuit niet meer op. Hij trekt zich terug en laat zich de rest van de dag niet meer zien. Hij is totaal van slag. Watkins raadt hem ’s avonds aan de volgende dag niet te starten. “Iemand die zo buiten zichzelf is als hij, met zo veel stress en alle reden daarvoor, moet zich niet blootstellen aan de enorme veeleisendheid van een F1-race”, zal Watkins jaren later zeggen.
Net als iedereen ben ook ik aangeslagen door de gebeurtenissen. Eerst het ongeluk van Barrichello, een landgenoot. Daarna de dood van Ratzenberger, die ik een paar weken eerder heb leren kennen als een sympathiek mens. Op de woensdag voor de Pacific Grand Prix kwam ik Nick Wirth tegen, de teambaas van Simtek. Hij stapte net zijn auto in en ik vroeg hem of hij een rondje ging maken over het circuit en zo ja: of ik een lift kon krijgen. Dat mocht.
In de auto zat nog een passagier: Ratzenberger. Hij kende het circuit goed uit zijn tijd in de Japanse racerij en vertelde uitgebreid over de baan en de aanpassingen die Simtek aan de auto moest doen voor deze race. Na een paar rondjes keerden we terug naar de paddock en hebben Ratzenberger en ik nog een minuut of twintig zeer geanimeerd staan praten. Deze zeer toegankelijke, hoffelijke jongen is nu dood en dat raakt me.
Zondag
Ik ben tegen negen uur ’s ochtends op het circuit en zoek meteen mijn plaats op in het perscentrum. Ik zit dicht bij de glazen wand, waar ik zicht heb op de auto’s vanaf het uitkomen van de chicane voor start/finish tot iets voor de Tamburello-bocht.
Bij de start om twee uur gaat het meteen weer mis. JJ Lehto, op de vijfde plaats, komt niet weg door een kapotte motor. Een deel van het veld kan hem omzeilen, maar Pedro Lamy knalt achter op de Benetton. Een band van zijn Lotus vliegt in de tribune en raakt enkele toeschouwers. Overal op het circuit staan auto’s en liggen brokstukken.
De safetycar komt op de baan. Ik maak me zorgen om het leven van Lehto en dat van de mensen die geraakt zijn door de rondvliegende band. Onder de journalisten hebben we het, voor de zoveelste keer, over de voorspelling die Ferrari-ontwerper John Barnard voor het seizoen deed: “Ze hebben alle techniek weggehaald, maar niet de kracht van de auto’s verminderd. Daardoor zijn ze onbeheersbaar geworden.”
‘Hij had een breuk van een aantal centimeter van de ene kant van zijn hoofd naar de andere’
Ik zie de auto’s voor mijn neus passeren. De safetycar voorop, daarna Senna, dan Schumacher. Aan het eind van de vijfde ronde wordt de race hervat. Senna spurt weg, Schumacher erachteraan. Even later zie ik Senna over start/finish komen en daarna richt ik me op de tv voor me, als hij bij Tamburello komt. Daar schiet hij in de zesde versnelling rechtdoor, met 300 kilometer per uur. Het is 14.17 uur en mijn eerste gedachte is merkwaardig genoeg: opnieuw geen punten. Tot dan toe dachten we allemaal dat Senna onsterfelijk was.
De herhalingen maken duidelijk dat het een enorm zware crash is. Ook de witte lakens van de hulpdiensten verraden de ernst van het ongeluk. En meer nog: het bloed en het feit dat Senna’s voeten op kwart voor drie liggen. Ik ben er vrij zeker van dat Senna buiten bewustzijn is. Ik ga naar buiten en kom Angelo Orsi tegen, een vriend van de familie Senna en fotograaf van het tijdschrift Autosprint. Hij komt net van de plek van het ongeluk. “Hij is er slecht aan toe, heeft veel bloed verloren uit zijn hoofd”, zegt hij. Het is nog erger dan ik had gedacht.
Ik ren terug naar de perszaal, pak mijn tas en computer, sprint naar mijn auto en ga naar het Maggiore-ziekenhuis. Opnieuw. Ik ben als een van de eerste journalisten daar en tref dokter Franco Servadei, die al bij Senna is op het circuit en met hem in de helikopter naar Bologna is gevlogen. Aan zijn kleding is te zien dat hij net uit de operatiekamer komt. Ook hij is aangeslagen. “Senna heeft heel veel bloed en hersenmassa verloren. Onder leiding van Sid Watkins hebben we zijn helm afgedaan en toen was me al duidelijk dat hij het niet zou redden. Hij had een breuk van een aantal centimeter in zijn hoofd, achter zijn oren langs van de ene kant naar de andere kant van zijn hoofd”, zegt Servadei. De dood van Senna is een kwestie van tijd. Ik moet gaan zitten, ben in shock.
Ongeveer een uur later geeft Servadei met vier behandelend artsen van het ziekenhuis een persconferentie. Neurochirurg Alvaro Andreoli bevestigt wat ik al weet: “Er is geen plek in de schedel van Senna waar we nog iets aan kunnen doen om de situatie te verbeteren. Er is te veel schade.” De mededeling leidt tot consternatie. Senna, het idool dat onsterfelijk werd geacht, zal binnen een paar uur sterven.
‘Ik voelde wel dat mijn zoon geliefd was, maar ik wist niet dat hij zó geliefd was’
Ik neem contact op met mijn chef. Ik zal flink wat verhalen moeten schrijven en moet op mezelf inpraten om mijn emoties zo veel mogelijk uit te schakelen en me te concentreren op wat er van me verwacht wordt. Daarna spreek ik opnieuw met Servadei en met anesthesist Giovanni Gordini. Zij geven me nog meer details. “Senna heeft onderweg naar het ziekenhuis zuurstoftekort gehad”, vertelt Gordini. “Door medicijnen hebben we dat kunnen keren, maar zijn hersens hebben een tijd weinig zuurstof gekregen. Ook als hij alle schade door de knal tegen de muur niet had gehad, zou hij nog slechts een vegetatief bestaan kunnen leiden. Op de intensive care kreeg hij weer een zuurstoftekort en hebben we hem weer gereanimeerd.”
Om 18.05 uur meldt dokter Maria Teresa Fiandri, die optreedt als woordvoerder, dat ze bij een hersenscan geen activiteit meer hebben waargenomen. “Senna is hersendood”, zegt ze met gebroken stem. Een uur later keert ze terug. Met betraande ogen betreedt ze het conferentiezaaltje. Hoewel er inmiddels honderden verslaggevers aanwezig zijn, is het doodstil. Ze haalt diep adem. “Sinds 18.40 uur vertoont Senna geen hartactiviteit meer”, zegt ze. Ze pauzeert even. Niemand zegt iets. Dan zegt ze zachtjes: “Heren, Senna is dood.”
Kort daarna zie ik tv-commentator Galvão Bueno en Senna’s media-adviseur Betise Assumpção uit de lift komen. Zij waren met Senna’s broer Leonardo en Celso Lemos, directeur van het management Senna Promoções, op de intensive care. “Afgelopen, afgelopen”, roept Galvão aangedaan, maar zonder te huilen. Betise heeft dikke ogen van de tranen. Galvão vertelt dat van de Formule 1 alleen Gerhard Berger, een grote vriend van Senna, bij hem in het ziekenhuis is geweest. Hoe gek het ook klinkt, van het Williams-team heeft niemand hem bijgestaan. Van Galvão weet ik dat teambaas Frank Williams na de race op Imola heeft gebeld om te vragen hoe het met zijn ‘vriend’ ging.
Ik heb genoeg informatie voor mijn verhalen, ga naar een hotel om ze te schrijven en stuur ze naar de krant. Daarna keer ik terug naar het circuit, omdat ik wil weten wat deze tragedie in de Formule 1 heeft aangericht. In de perszaal schrijf ik nog een laatste verhaal en rond middernacht ga ik terug naar mijn hotel. De Albergo Serena in Riolo Terme, waar ik jaarlijks verblijf, is niet ver van het circuit. Ondanks alle stress ben ik niet moe en iemand om mee te praten zou me zeker goed doen. Helaas. De diepe stilte van de nacht, in een gebied omzoomd door landerijen, zorgt voor een ander gevoel dan ik zou willen.
Ik neem een heet, lang bad en pak daarna mijn koffer in. Aangezien ik sinds één uur, voor de start van de race, niets meer heb gegeten, heb ik een beetje honger. Ik ga naar de keuken, vind brood en kaas en drink een beker koude melk. Daarna lees ik alle stukken die ik naar de krant heb gestuurd. Vervolgens bel ik met de redactie en vraag om enkele passages in te voegen die ik in de haast niet heb gebruikt. Daarna ga ik weer naar het circuit.
Ik zie duidelijk de bandensporen op het cement
Maandag
Het is vier uur ’s ochtends en ik kan niet slapen. Rond een uur of vijf laad ik mijn bagage in de auto, leg een envelop met het verschuldigde geld neer bij de receptie en vertrek naar het circuit. Ik rijd langzaam, want ik wil bij daglicht aankomen. Net als ik door de ingang naar binnen rijd, kleurt het ochtendlicht de lucht. Het is zes uur, er is niemand. Ik passeer de paddock en het medisch centrum en zie de toegang tot de baan: open.
Ik rijd langzaam naar de Tamburello-bocht. Daar word ik bevangen door emoties. Ik zet mijn auto stil op een paar meter van de plek waar Senna de controle over zijn Williams verloor en stap uit. Het grijpt me aan: het asfalt, daarnaast ongeveer twee meter gras en nog eens vijftien meter wit cement voor de muur. Ik zie duidelijk de bandensporen en ook op het cement is het spoor van de blokkerende banden zichtbaar. Zelfs de inslaghoek tegen de muur kun je met redelijke nauwkeurigheid bepalen: ergens tussen de 35 en 40 graden. Die scherpe hoek toont dat de auto op een klein stukje veel snelheid verloor.
Later verbaas ik me over het technisch onderzoek, waarin staat dat de Williams de muur in een hoek van 17 graden raakte. Dan zou een auto langzaam vertragen, bijna langs de muur af glijden. Maar wie ben ik om tegen het luchtvaartinstituut van Bologna in te gaan, dat verantwoordelijk is voor het onderzoek? Toch verschilt de conclusie met wat ik op het circuit gezien heb, minder dan 24 uur na het ongeluk.
Voor het eerst ben ik in tranen
Onderzoek wijst ook uit dat de stuurkolom van de Williams is afgebroken als Senna begint aan de Tamburello-bocht. De wielen reageren daardoor niet op stuurbewegingen en de wagen gaat rechtdoor. Om de stuurkolom te verlagen en Senna zo meer ruimte te geven om te sturen zonder dat hij met zijn handen de cockpitwanden raakt, heeft Williams de breedte van de stuurkolom veranderd. Een deel heeft de oorspronkelijke diameter, het andere deel een kleinere. Op het laspunt is de breuk ontstaan. De Italiaanse justitie klaagt ontwerper Adrian Newey en technisch directeur Patrick Head aan voor fouten in het ontwerp, maar ze worden vrijgesproken.
Dan maak ik een trieste reis naar mijn volgende bestemming: het forensisch instituut van Bologna, waar het lichaam van Senna ligt. Ik realiseer me dat de autocoureur die ik zo bewonderde dood is. De hele 50 kilometer lange rit tussen Imola en Bologna ben ik geëmotioneerd, voor het eerst ben ik in tranen.
Bij het forensisch instituut staan honderden mensen. Niemand mag naar binnen. De ijzeren poort is veranderd in een soort altaar. Er liggen tientallen bossen bloemen, foto’s, vlaggen, briefjes, kaartjes. Overal vandaan, van fans, bedrijven, consulaten et cetera. Ook branden er veel kaarsen. Mensen leggen telkens nieuwe blijken van bewondering neer. De liefde voor Senna is indrukwekkend. Ik ontmoet een vrouw die twee uur in de trein heeft gezeten. “Ik wil hem mijn laatste eer bewijzen en hem toejuichen als hij hier langskomt”, zegt ze. Het kost de Braziliaanse consul en Celso Lemos nog een dag om het lichaam vrijgegeven te krijgen. De vrouw gaat naar haar huis, maar de volgende dag is ze er weer. Haar wens komt dinsdagmiddag uit.
Dinsdag
Terwijl de auto met het lichaam van Senna naar de luchthaven van Bologna rijdt, klinkt langs de weg applaus. Ik wil in hetzelfde vliegtuig terug naar Brazilië, dus ik ren naar mijn auto en ga ook naar het vliegveld. Een DC-9 van de Italiaanse luchtmacht brengt de kist van Bologna naar Parijs, om daar aan boord te gaan van een vlucht richting São Paulo. Ik slaag erin een vlucht naar Parijs te krijgen en wil aan mijn verhalen werken, maar je mag dan nog geen laptop aan boord gebruiken. Een stewardess dreigt met grote gevolgen als ik doorwerk. Daarop klap ik mijn computer dicht en schrijf verder met de hand.
Om op de vlucht naar São Paulo te komen, moet in Parijs alles kloppen. De overstaptijd is kort. Ik kom aan in een andere terminal dan vanwaar het vliegtuig vertrekt en moet met de bus. Bovendien moet ik nog een ticket kopen en vanuit een openbare telefoon naar de redactie bellen om de verhalen te dicteren die ik tijdens de vlucht naar Parijs heb geschreven. Alles bij elkaar heb ik anderhalf uur.
Zodra de deur van het vliegtuig opengaat, ren ik naar buiten. Ik stap op de bus en het duurt niet lang voor ik bij de terminal aankom. Bij de incheckbalie zie ik Lemos met de gezagvoerder praten. Deze zegt dat het niet mogelijk is om de kist van Senna te vervoeren in het passagiersgedeelte, zoals Lemos heeft verzocht, tenzij de president van de luchtvaartmaatschappij zijn goedkeuring geeft. Die komt per fax.
De MD-11 waarmee we naar São Paulo vliegen, heeft een businessclass in twee delen, gescheiden door de pantry. Het personeel haalt de middelste stoelen uit het voorste gedeelte en plaatst daar de kist van Senna. Eroverheen wordt de Braziliaanse vlag gedrapeerd. Er zijn weinig journalisten aan boord: naast Galvão Bueno nog drie collega’s. We zitten in het voorste gedeelte, rond de kist, samen met Betise Assumpção, Celso Lemos en Josef Leberer, Senna’s fysiotherapeut.
Kijk nu eens hoe we hem naar huis brengen
Het gordijn tussen de passagierscompartimenten blijft gesloten, zodat slechts weinigen weet hebben van de bijzondere vracht. Eén passagier schuift het gordijn opzij, ziet de kist en vraagt ernaar. Als hij hoort dat het de kist van Ayrton Senna is, knielt hij neer en gaat in gebed. Daarna keert hij in stilte en met gebogen hoofd terug naar zijn plaats.
Natuurlijk is niemand van ons in staat om te slapen, daar naast het lichaam van Senna. We zitten in groepjes bijeen en voeren lange gesprekken. Galvão vertelt over wat hij in al die jaren met Senna heeft meegemaakt. Aan het eind van elk verhaal geeft hij geëmotioneerd een klap op de kist en zegt: “En kijk nu eens hoe we hem naar huis brengen. Afgelopen, afgelopen.” Een van de piloten vertelt ons dat de piloten van andere vluchten, die weten dat ons vliegtuig het lichaam van Senna vervoert, hun medeleven aan de Brazilianen hebben overgebracht. Een vliegtuig in de buurt geeft lichtsignalen als laatste groet.
Opeens zien we een cameraflits. Lemos is boos en vraagt me te bemiddelen, omdat de fotograaf werkt voor dezelfde krant. Ik ga met hem praten, discreet. Ik weet niet goed wat te doen, of ik het belang van mijn werkgever moet behartigen of moet opkomen voor mijn vriend Celso. Ik laat het over aan het oordeel van de fotograaf, maar vertel hem dat hij na de landing waarschijnlijk een betere mogelijkheid krijgt om de kist in het vliegtuig te fotograferen. Dat gebeurt ook en de krant publiceert die foto. “Ik heb een prachtig, lichtgrijs pak met blauw overhemd en stropdas voor Ayrton gekocht”, zegt Lemos. “Dat heeft hij aan in de kist.”
Woensdag
Na een vlucht van twaalf uur landen we op het vliegveld van Guarulhos in São Paulo. De zon komt net op. Alsof het een laatste eerbewijs is aan Senna, zet de piloot het vliegtuig met een delicate zachtheid aan de grond. De gordijnen in ons deel blijven gesloten als de passagiers het toestel verlaten door de deur aan de achterzijde. Wij blijven op onze plaatsen en wachten tot de brandweer komt om de kist te halen. Viviane Senna en haar man komen binnen. De aanblik van de kist zorgt voor diepe emoties. We kunnen hun pijn voelen.
Sao Paulo loopt uit om zijn held te eren
Daarna verlaten ook wij het vliegtuig. Als ik de aankomsthal binnenkom, zie ik een leger journalisten op alle mogelijke manieren op zoek naar nieuws. Iedereen op de vlucht uit Parijs wordt ondervraagd, en dat terwijl de meeste passagiers niet eens wisten dat de kist van Senna aan boord was. Ik vertel hoe de vlucht is verlopen, maar mijn voornaamste zorg is om thuis te komen, een douche te nemen en eindelijk iets te eten.
De chauffeur van de krant brengt me van Guarulhos naar huis. Onderweg passeren we straten waar de brandweerwagen zal rijden met het lichaam van Senna, dat wordt opgebaard in het parlementsgebouw van de staat São Paulo. Er staan al duizenden mensen te wachten. De stad loopt uit om zijn held te eren; het is onmogelijk er niet door geraakt te worden. Tien jaar later zegt Senna’s moeder tegen mij: “Ik voelde wel dat mijn zoon geliefd was, maar ik wist niet dat hij zó geliefd was.”
Ik ben rond negen uur ’s morgens thuis. Na een douche, ontbijt en rust ga ik naar de redactie. Daar word ik omringd door collega’s die alles willen weten van de hectische en emotionele dagen. De hoofdredacteur zegt: “Livio, ga zitten en schrijf over alles wat je tussen gisteren en vandaag hebt meegemaakt. Maak je geen zorgen over de lengte of de hoeveelheid, want we zullen alles groot brengen. Daarna kijken we naar andere verhalen die je kunt maken.”
En dus vlieg ik die zaterdag terug naar Bologna, om het onderzoek te volgen naar de tragische gebeurtenissen tijdens de Grand Prix van San Marino op het circuit Enzo e Dino Ferrari in Imola, waar op 1 mei 1994 een wereldwijd idool om het leven is gekomen: Ayrton Senna da Silva.