Je leest veel en hoort veel tijdens races over de set-up van de auto. Stefano Sordo is de race engineer van Scott Speed bij Toro Rosso en hij heeft er een geheel eigen visie op.


Sordo schreef er onlangs in de Red Bulletin, de paddockkrant van Red Bull, een mooi stuk over. Hij legde daarin uit dat het bij een set-up niet alleen gaat over de mechanische set-up maar ook het finetunen van de auto op de wensen van de rijder. Het is belangrijk te weten wat een rijder wil, wat hij nodig heeft en het verschil tussen die twee.

Hij kwam daarbij met een frappant voorbeeld. Tijdens de simulaties die een team voor elke race doet zit er misschien maar drie of vier tienden van een seconde tussen de beste en de slechtste set-up. Als je die criteria naar de baan brengt tijdens het feitelijke rijden kom je wellicht tot een verschil van een paar seconden. Het rekenprogramma houdt namelijk geen rekening met een nogal belangrijk aspect: de

coureur. De rijder is eigenlijk de versterker van de set-up.

Tevens is het van groot belang te weten hoe een rijder zich voelt en wat hij prettig vindt. In een mechanische omgeving is de menselijke relatie belangrijk en als je ‘close’ bent is die relatie uiteraard beter. Het is niet slechts denken over de set-up. Het is je complete strategie voor een heel weekend. Bijvoorbeeld: is je coureur tevreden een hele vrijdag te rijden met een setje banden of krijg je er meer uit door hem er twee te geven?

Over het algemeen is het zo dat een zelfverzekerde coureur de auto sneller maakt. Je hebt dagen dat de set-up een tiende langzamer is dan het vooraf berekende maximum, maar dat de rijder er harder mee kan gaan. De ene coureur vindt het prima om met weinig downforce te rijden, de andere weer niet. Soms lever je een beetje topsnelheid in om de rijder meer vertrouwen te geven, het is een soort balanceeract. Soms zit je in een situatie waarbij de auto makkelijk te rijden is, maar niet snel, of de auto is snel en de coureur voelt zich er niet happy in.

Uiteindelijk zal de auto zo hard gaan als de coureur er mee kan rijden en dus moet je compromissen zoeken. Als team ben je volledig tevreden als de simulatie en de door de coureur goed bevonden set-up heel dicht bij elkaar liggen. De race-engineer heeft in een dergelijk geval een gemakkelijk weekend. De gereden tijden onderbouwen je verhaal. Je leert als engineer de aanmerkingen van de rijder op waarde in te schatten, hoe langer je naar hem luistert. Na ruim 16 wedstrijden met Scott Speed gewerkt te hebben begrijp Sordo zijn rijder heel goed. ,,Scott is heel precies in zijn feedback, en dat bevalt me prima’’, aldus Sordo. ,,In de eerste paar

races was het nog wat stroefjes, hij was ook nieuwkomer, maar elkaar

te leren begrijpen is het belangrijkste dat er is.’’

,,Een team kan het niet gebruiken als de engineer en de coureur, tussen twee sessies door, tien minuten gaan staan bekvechten omdat ze elkaar niet begrijpen. Als je elkaar snel begrijpt, kun je ook snel handelen en dat kan een enorm verschil maken in een weekend. En als je snel werkt moet je elkaar ook blind vertrouwen. Vanuit de engineer gezien: als een coureur je niet vertrouwt, niet begrijpt wat je aan het doen bent, en vooral waarom je dingen doet, is het zonde van de tijd.’’

Al met al een heel heldere blik van Stefano Sordo die daarmee mij weer

een beetje meer wegwijs gemaakt heeft in wat er allemaal in de pitboxen gebeurt.

Groeten,

Ollie