In de rubriek ‘het startnummer’ pakt FORMULE 1 voor elke dag van de maand april het bijbehorende startnummer erbij. Aan de hand daarvan staan we stil bij de historie van het nummer, een grote naam die ermee reed, of juist een grote onbekende. Met 23, Pierluigi Martini, een vaste kracht van Minardi voor wie er zoveel meer in had gezeten.

Sprookjes bestaan niet, zeker niet in de Formule 1. Vraag dat maar aan Pierluigi Martini. Tijdens de Grand Prix van Portugal van 1989 rijdt hij één rondje aan de leiding (zie foto bovenaan). Het is de eerste en enige keer dat Martini dat zou klaarspelen, en dat record geldt al evenzeer voor zijn werkgever, de Italiaanse publiekslieveling Minardi. Martini dankt zijn koppositie aan een afwijkende pitstopstrategie, maar als eerst Alain Prost en daarna Ayrton Senna hem voorbijsteken, weten Martini en zijn teambaas Gian Carlo Minardi dat hij niet zal gaan winnen.
(tekst loopt door onder de foto)

In 1990 verrast Martini iedereen door in Phoenix de tweede startplaats te pakken. Hij komt niet erg goed weg en is hier, vlak na de start, al teruggevallen naar de vijfde plaats.

Tussen 1984 en 1995 is de kleine Martini –met een onderbreking van bijna drie jaar – in de Formule 1-actief. Van zijn 124 Grand Prix-inschrijvingen zijn er 107 namens Minardi. Tot grote resultaten leidt dat uiteraard niet, maar grootse daden zijn er af en toe wel. Zoals dat ene rondje aan de leiding op Estoril. Uiteindelijk wordt Martini die race vijfde, wat voelt als een teleurstelling, maar gezien de gebruikelijke positie van de Minardi’s een grandioze prestatie is.

Nog zo’n hoogtepunt is de tweede plaats op de startopstelling voor de Grand Prix van Amerika in 1990. In de race wordt Martini zevende, net buiten de punten. Hij zal er dat hele seizoen niet meer zo dichtbij komen als die race in Phoenix. Maar er is hoop: voor 1991 heeft Minardi een motorencontract met Ferrari. Het is voor het eerst dat Ferrari zijn motoren verhuurt aan een ander team en bij Minardi heerst feeststemming.

De Ferrari V12-motor bleek niet de oplossing voor Minardi’s problemen. De M191 was ook gewoon geen goede auto.

Die feeststemming is echter snel voorbij: de Ferrari V12 laat zich niet zonder problemen koppelen aan de door Minardi zelf gebouwde versnellingsbak, de aerodynamica van de Minardi M191 klopt van geen kanten omdat er in de windtunnel is fout is gegaan en tot overmaat van ramp zijn de motoren zo duur dat het team de rekeningen amper kan betalen. Pas tegen het eind van het jaar komt de combinatie op snelheid, zodat Martini er tenminste nog twee vierde plaatsen mee weet te behalen.

In 1992 verlaat Martini het team, maar daar zit een verhaal achter. Tot de dag van vandaag houdt Martini vol dat hij een contract heeft getekend om bij Ferrari te gaan racen, maar in Maranello kiest men op het laatste moment voor Ivan Capelli. Nogmaals ondervindt Martini dat sprookjes niet bestaan. “Mijn hele leven heeft in het teken gestaan van mijn droom om ooit voor Ferrari te rijden, maar zodra ik binnen was, werd ik alweer geruild voor iemand anders”, stelt Martini in een interview met Forzaminardi.com.

Martini moet uitwijken naar Scuderia Italia, dat de Ferrari-motoren van Minardi overneemt. Twee puntjes zijn de magere score dat jaar en in 1993 lijkt het erop dat Martini helemaal niet aan de start zal staan.

Martini in de mooie Minardi M193.

Pas halverwege het seizoen, als het sponsorgeld van Minardi-coureur Fabrizio Barbazza opdroogt, wordt hij opgeroepen door zijn oude vriend Gian Carlo Minardi. Martini mag het seizoen afmaken, maar scoort geen punten. Wel sleept hij een nieuw contract in de wacht en in 1994 begint Martini aan zijn zesde seizoen bij Minardi. Wederom moet hij het stellen met een Ford V8-motor die geen match is voor het V10 en V12-geweld van de topteams, maar de twee vijfde plaatsen die Martini scoort in Spanje en Frankrijk leveren welkome punten op. De andere races zijn ook niet slecht: Martini rijdt ook nog twee achtste en drie negende plaatsen bij elkaar, maar die leveren volgens de dan heersende puntentelling niets op. De score aan het eind van 1994: vier punten, en wéér een nieuw Minardi-contract.

Het zal zijn laatste zijn. In 1995 kan Martini zijn incidentele stuntwerk van voorgaande jaren geen vervolg geven. De Ford V8 is nu echt aan het eind van zijn latijn, Minardi zit tot zijn nek in de geldzorgen en als halverwege het seizoen Pedro Lamy aanklopt met een zak Portugees sponsorgeld, stapt Martini op. “Ik had er genoeg van om achteraan te rijden, maar ik heb geen spijt. Het is een prachtige tijd geweest. Voor altijd zal ik in de boeken staan als de meest succesvolle coureur die Minardi ooit heeft gehad en dat beschouw ik als een hele eer”, zegt Martini. Hij is nog jarenlang succesvol in de langeafstandsracerij en stapt af en toe in een Formule 1-wagen van zijn oude werkgever.

Lees hier alle delen van het Startnummer terug!