In de rubriek ‘het startnummer’ pakt FORMULE 1 voor elke dag van de maand april het bijbehorende startnummer erbij. Aan de hand daarvan staan we stil bij de historie van het nummer, een grote naam die ermee reed, of juist een grote onbekende. In dit 29ste deel gaan we terug naar het prille Formule 1-begin van Sauber, met die schitterende zwarte auto.
Als nieuwkomer krijgt Sauber in 1993 de nummers 29 en 30 toegewezen. Teamnummers worden in die jaren, tot 1996, op basis van anciënniteit uitgedeeld en wisselen alleen als een team kampioen wordt. De coureurs zijn Karl Wendlinger en Jyrki Juhani ‘JJ’ Lehto. Wendlinger heeft er iets meer dan een seizoen opzitten met March, Lehto komt bij Onyx en Scuderia Italia vandaan.
Sauber debuteert met steun van Mercedes, dat het kent uit de gezamenlijke periode in sportscars. Wendlinger en Lehto blijken een sterk duo, ze scoren twaalf punten met de zwarte C12-bolides. Die zijn aangedreven door Ilmor-motoren, met ‘concept by Mercedes-Benz’ op de flank vanwege de nauwe relatie, al wil Mercedes eerst niet als motorleverancier bekendstaan. Na het indrukwekkende debuutjaar wil het dat in 1994 wél. De 29 is wederom voor Wendlinger. In de andere C13 – Mercedes zit de Duitser Heinz-Harald Frentzen, net als Wendlinger een coureur met Mercedes-verleden, met Lehto die naar Benetton gaat.
1994 is op coureursvlak echter een pittig jaar voor het Zwitserse team, met een stoelendans voor auto 29. Die begint als Wendlinger hard crasht in Monaco. Uitkomen tunnel klapt hij vliegend zijwaarts de barrière in. De Oostenrijker heeft ernstig hoofdletsel en ligt enkele weken in coma. Sauber dreigt ook Frentzen te verliezen: Williams ziet in hem de opvolger voor de op Imola verongelukte Ayrton Senna, maar Frentzen wil Sauber niet in de steek laten.
In Spanje zit Frentzen gewoon weer in een Sauber, vanaf Canada heeft hij weer een teamgenoot: de ervaren Italiaan Andrea de Cesaris, eerder in San Marino en Monaco vervanger van de geschorste Eddie Irvine bij Jordan. De Cesaris, bijgenaamd ‘De Crasheris’, haalt in acht races voor Sauber één keer de finish. Hij is twee keer bij een botsing betrokken, spint nog eens en heeft een paar keer motorpech. Die ene keer dat hij finisht, in Spanje, doet hij dat als zesde en pakt een puntje.
Twee races voor het eind wordt De Cesaris bedankt. Wendlinger werkt aan een comeback, maar blijkt tijdens tests toch niet gereed. De Cesaris is niet te bereiken, op vakantie, dus Sauber belt Lehto. Die heeft in het voorseizoen zijn eigen horrorcrash gehad en zijn nek gebroken. De Fin mist de eerste twee races, waardoor Jos Verstappen debuteert, maar is er voor Imola weer. Hij weet Benetton daar en in de volgende drie Grands Prix niet te imponeren en heeft nog last van zijn blessure, dus wisselt teambaas Flavio Briatore hem weer voor Verstappen. In Italië en Portugal rijdt Lehto in plaats van de geschorste WK-leider en latere kampioen Michael Schumacher, maar laat niet veel bijzonders zien en Briatore dumpt hem. De twee races met Sauber leveren niks noemenswaardigs op.(Tekst loopt door onder de foto) Voor 1995 gaat het zitje met 29 terug naar Wendlinger, hersteld, maar niet de oude. Frentzen overklast hem. Na drie races zet Sauber Wendlinger reserve. Het leent testcoureur Jean-Christophe Boullion van Williams. In elf Grands Prix rijdt Boullion twee keer in de punten. Frentzen doet dat in ’95 acht keer, inclusief podiumplek (zijn en Saubers eerste) in Italië. Net als in ’94 komt Wendlinger voor de laatste twee races terug. Hij wordt tiende in Japan, maar moet op het hobbelige Adelaide na acht ronden opgeven met nekpijn. Het is het eind voor het nummer 29 bij Sauber, dat in 1996 met 14 en 15 rijdt. Met Frentzen, maar zonder De Cesaris, Lehto, Boullion en Wendlinger, die allemaal met 29 hun laatste Grand Prix hebben gereden. Met 29 is sindsdien ook niet meer geracet in de Formule 1. Lees hier alle delen van het Startnummer terug!