Haas F1-teambaas Günther Steiner verwacht dat zijn team na het sterke optreden in Bahrein ‘overal competitief’ kan zijn. Dat is volgens hem ook weer goed voor het kampioenschap.

Na een dramatisch 2021 waren de ogen gericht op Haas, dat al vroeg besloot om de bolide voor 2021 op te geven om alles op alles te zetten voor 2022. Bij de testdagen toonde de VF-22 al potentie, maar in de Grand Prix van Bahrein werd duidelijk dat Haas inderdaad een grote stap vooruit heeft gezet. Het Amerikaanse team is niet langer meer de hekkensluiter en kan nu zelfs weer meedoen voor punten, zoals Kevin Magnussen met zijn vijfde plaats liet zien.

“We zagen de snelheid van de auto’s en deze zullen wat vergelijkbaarder zijn wanneer de upgrades komen, maar we moeten nog steeds een paar races afwachten voordat we echt weten waar iedereen staat”, stelt teambaas Günther Steiner. “Red Bull kwam afgelopen race niet over de finish, maar dat zullen ze in de toekomst wel doen.”

Lees ook: Magnussen rijdt zichzelf in de schijnwerpers met P5 in Bahrein: ‘Haas heeft dit verdiend’

Steiner was uiteraard zeer tevreden met de verrassende vijfde plaats voor Magnussen, maar zag dat Mick Schumacher nog wat te leren had. “Hij worstelde wat meer. In de kwalificatie maakte hij een kleine fout in zijn snelste ronde en in de race kreeg hij een tik van Ocon, waardoor hij spinde. Dat is nooit goed, aangezien je dan je banden weer schoon moet rijden en dan val je terug. Maar hij zal dit goedmaken in de komende races.”

Bahrein is uiteraard niet een representatief voorbeeld voor de rest van de kalender, maar Steiner is ervan overtuigd dat de VF-22 ‘overal competitief’ kan zijn. “Op sommige circuits meer dan op andere, maar dat is voor iedereen hetzelfde. Dit is goed voor het kampioenschap”, besluit de Haas-teambaas.

Alles lezen over de start van het nieuwe Formule 1-seizoen? FORMULE 1 Magazine nummer 3 is nu in de winkel verkrijgbaar of hier te bestellen.