Daan de Geus
8 december 2014
Will Stevens maakte in de finalerace van 2014 zijn Formule 1-debuut en dat smaakte naar meer voor de Brit, die hoopt dat Caterham en Marussia overleven zodat hij aldaar terecht kan voor een zitje voor 2015.
Caterham, het team waarvoor Stevens in Abu Dhabi zijn racedebuut maakte, staat echter onder curatele, terwijl Marussia al failliet is. Voor beide teams worden nog altijd kopers gezocht, waarbij Caterham van de twee het meest waarschijnlijk lijkt de winter te overleven en in 2015 terug te keren op de grid, al is ook dat lang niet zeker.
Stevens heeft zijn hoop hoe dan ook gevestigd op deze twee renstallen wat betreft het vervolgen van zijn zeer prille Formule 1-loopbaan, zo vertelt hij aan Crash.net. “Nu ik aan de Formule 1 heb mogen ruiken en mijn eerste Grand Prix heb gereden, wil ik natuurlijk graag in de Formule 1 blijven, ook al heb ik dat niet in eigen hand”, zo toont hij zich tegelijkertijd hoopvol en realistisch.
Met andere teams dan Caterham en Marussia zit Stevens naar eigen zeggen op het moment niet om de tafel. “Want mijn beste kansen liggen bij deze twee teams, die er allebei alles aan doen om er volgend jaar weer bij te zijn.”
Stevens erkent dat een reserverol ook nuttig kan zijn, mits er een garantie is dat een dergelijke functie in de toekomst ook tot een racezitje leidt: “Want het is moeilijk om zomaar een jaar aan de zijlijn te gaan zitten als je niet weet wat dat je brengt”, benadrukt de coureur die de laatste jaren wel functies als test- en reserverijder heeft gehad bij Caterham en Marussia, maar deze telkens heeft gecombineerd met racen in de Formule Renault 3.5.
Als puntje bij paaltje komt, zo geeft Stevens aan, wil hij hoe dan ook niet alles opzij zetten voor de Formule 1. “Want ik ben een professionele coureur en wil carrière maken in en leven van de autosport. De komende twee tot vier weken blijf ik me daarbij op de Formule 1 richten en heeft dat mijn prioriteit, maar als het er in die tijd niet van komt, verleg ik mijn aandacht naar de DTM, IndyCars of sportscars. Dat zijn immers ook mooie klassen.”