Doornbos startte op het TT-circuit in Assen als derde, Buurman als achtste. Door een slimme pitstopstrategie en enkele snelle ronden op een vrije baan slaagde Buurman er in om op te klimmen naar de derde plaats, vlak achter Doornbos.
Doornbos kreeg de leiding in de schoot geworpen toen raceleider Tristan Gommendy op het rechte stuk uitviel met een gebroken gaskabel. Doornbos en Buurman leken daardoor op weg naar een sensationele Nederlandse dubbel voor eigen publiek, totdat Buurman een optimistische inhaalpoging waagde op zijn Rottterdamse collega.
Buurman remde Doornbos uit bij de GT-chicane, maar sneed vervolgens erg vroeg naar binnen waardoor Doornbos over de kerbstones gelanceerd werd. De twee Nederlandse auto’s raakten elkaar, wat Doornbos zijn voorvleugel kostte. Buurman kon onbedreigd naar de zege rijden, terwijl Doornbos gedesillusioneerd uitviel en zelfs in de tweede race niet meer kon starten door schade aan zijn auto.
In die tweede race kon ook Buurman niet schitteren: hij bleef steken op de tiende plek. Zijn zege in de eerste race gaf hem wel recht op een startplaats in de superfinale, waar hij de derde plek veroverde. De zege ging naar de Australiër John Martin.
