Met de derde pole op rij voor David Coulthard en teamgenoot Damon Hill op de tweede startplek heeft het team van Williams haar zaakjes goed voor elkaar, zo lijkt het. Michael Schumacher is weliswaar derde, maar is niet heel gelukkig. “Ik kon niet aan de tijden van David en Damon komen”, geeft hij eerlijk toe.



Op de zondagochtend van de race kondigt McLaren aan wat iedereen eigenlijk al weet: Coulthard wordt in 1996 de teamgenoot van Häkkinen. De transfer van de Schot hing niet alleen al weken in de lucht, maar stond ook al vast nadat Ferrari in de dagen na de Grand Prix van Portugal aankondigde Eddie Irvine in 1996 naast de al eerder gecontracteerde Schumacher in te zetten. Dat Ferrari voor Irvine gaat en niet voor Coulthard of Irvine’s hoog aangeschreven teamgenoot Rubens Barrichello, komt voor velen als een verrassing. Voor Ferrari-baas Jean Todt is het een logische zet: “Michael steunt het plan. Hij denkt een goed koppel te kunnen vormen met Eddie. Daarnaast is Eddie een sterke persoonlijkheid en zo iemand hebben we nodig om het team op te bouwen.” De komst van Coulthard is het enige goede nieuws voor McLaren tijdens een absoluut rampzalig weekend, en dat uitgerekend voor de ogen van alle genodigden van motorleverancier Mercedes. In de MP4-10 komen Häkkinen en Blundell in de kwalificatie niet verder dan de negende en tiende plek, waarna een gok om op slicks te pakken verkeerd uitpakt. Hoewel Alesi in zijn Ferrari de vruchten plukt van de gok en uiteindelijk tweede wordt, zijn de met slicks uitgeruste McLarens totaal onbestuurbaar en worden er geen punten gescoord.

De Nederlander hinkt op twee gedachten: wordt het Ligier voor 1996, of doet hij er toch beter aan naar Footwork Arrows (foto) te gaan? Aan beide opties kleven voor- en nadelen. Ligier presteert op een hoger niveau en heeft een groter budget. Daarnaast is het team eigendom van Benetton-teambaas Flavio Briatore. Biratore ziet in Verstappen een groot talent, de Italiaan en de Limburger kunnen prima met elkaar over weg, en Verstappen zou een link naar topteam Benetton houden door voor Ligier te gaan. Het nadeel van Ligier is ook juist die link met Benetton, want het Franse team rijdt met een doorontwikkeling van de Benetton B194 uit 1994 – welke ook grotendeels de basis voor Ligiers 1996-bolide zal vormen – en dat is een auto die Verstappen niet bevalt. Arrows is daarentegen een team dat Verstappen naar zijn hand kan zetten en bovendien al kent. Niet alleen maakte de Nederlander in 1993 zijn eerste testkilometers in de Formule 1 voor het kleine team, hij krijgt van Arrows-teambaas Jackie Oliver zelfs de gelegenheid om in de dagen na de Grand Prix van Europa op Silverstone te testen. En dat gaat, ondanks wat technische- en aanpassingsproblemen, best aardig. Wat echter tegen Arrows spreekt, behalve het mindere niveau van het team, is dat de formatie net als Verstappens vorige werkgever Simtek als armlastig te boek staat en er flink wat geld nodig is om er in te stappen.