Voor elke Grand Prix bekijken we met coureur Tom Coronel het circuit waarop dat weekend wordt geracet. Dit keer het Autodromo Nazionale Monza, de hogensnelheidstempel waar zondag de Grand Prix van Italië plaatsvindt.
Eigenlijk is dit van de twee Italiaanse Grands Prix de meest saaie, er is eigenlijk niks aan. De Temple of Speed. Het is allemaal snel, DRS-treinen die we er hebben.
‘Geen reet aan’
Een Lewis Hamilton en vroeger Nico Rosberg kwamen er van achter ook niet heel makkelijk naar voren. Dit is de saaiste baan op de kalender. De sfeer en historie maken hem, dat moet ook wel. Dit is de baan met voor iedereen de laagste downforce, dus de auto is heel licht. Dan ga ik terug naar 2008, Sebastian Vettel en Robert Kubica in de regen. Als het regent op Monza is het spannend. Als het droog is, is er geen reet aan.
(Tekst gaat door onder de afbeelding)
Gekke winnaars
We hebben wel gekke winnaars gezien met Pierre Gasly en Daniel Ricciardo. Dat is de mazzel ook, omdat je er niet kan inhalen, anders had je andere winnaars gezien. Toen Gasly met Carlos Sainz vocht in 2020, dacht ik nog: die vliegen eraf en Lance Stroll wint de race. Ik zag het bijna aankomen, maar Gasly kon hem gewoon dichtgooien, want wist dat het zijn kans was en hij er dan liever met zijn tweeën zou afvliegen.