Toro Rosso-duo tevreden na eerste dag
Jan van der Burgt
19 juni 2015
Max Verstappen en Carlos Sainz kijken terug op een geslaagde openingsdag in Oostenrijk. Verstappen werd twee keer achtste, Sainz twee keer elfde.
Behalve dat het tweetal prima tijden liet noteren, was het ook nog eens bijzonder productief. In de ochtend reed Verstappen 38 ronden, om er daar in de middag nog eens 48 aan toe te voegen. “Het was belangrijk dat we in de ochtend veel meters maakten”, ligt Verstappen de strategie toe. “We hebben nieuwe updates bij en die wilden we graag evalueren. Al met al ben ik tevreden met hoe de eerste sessie verliep.”
In de tweede vrije training ging het ook prima voor Verstappen, maar de Nederlander meent dat er qua positie nog meer in had gezeten: “Ik werd op de superzachte compound opgehouden in de laatste bocht, anders had ik misschien wel P5 achter mijn naam mogen noteren. Dat neemt echter niet weg dat de rondetijden op beide compounds over het algemeen niet slecht waren.”
Verstappen, die te kennen geeft zich in de Toro Rosso prima te vermaken op de Red Bull Ring, meldde vroeg in de middag dat hij last had van hoofdpijn. Op verstappen.nl geeft hij zelf aan dat het niks zorgwekkend was. “Ik blokkeerde op een gegeven moment mijn voorbanden en dat bracht even later de nodige trillingen teweeg. Vandaar de kortstondige hoofdpijn”, aldus Verstappen.
Teamgenoot Carlos Sainz onderstreept de woorden van Verstappen dat het op zich een prima dag was, maar de Spanjaard weet ook dat er nog enkele knopen moeten worden doorgehakt: “We hebben vandaag twee verschillende programma’s afgewerkt om zoveel mogelijk informatie te vergaren over met name de downforcelevels.
“Dat betekent wel dat we al die data moeten analyseren en daar een plan van aanpak op moeten baseren. Dat is niet eenvoudig, want wat voor bijvoorbeeld de kwalificatie heel goed werkt, is voor de race misschien weer minder geschikt en vice versa. Ik moet overigens zeggen dat ik het gaaf vind om op dit circuit te rijden. Het is wat traditioneel, maar erg uitdagend en daar houd ik wel van.”