Fernando Alonso’s race is vandaag volgens een voor hem bekend patroon verlopen: na een goede start en een prima eerste stint, viel hij later weer terug. Daardoor eindigde de Ferrari-coureur zowel in de race alsook in het kampioenschap echter slechts als vierde.

Alonso begon de race als vijfde en kwam – zoals wel vaker dit jaar – goed weg bij de start, waardoor hij de McLaren-coureur Lewis Hamilton kon verschalken en de achtervolging inzetten op diens teamgenoot Jenson Button.

Het verschil tussen Button en Alonso bleef klein en in ronde elf passeerde Alonso de McLaren-man vervolgens knap buitenom in bocht zes. De Spanjaard kon de derde plaats vervolgens vrij lang vasthouden, totdat Button de plaats in de slotfase – met nog negen ronden te gaan – terugpakte en Alonso naar de vierde plek degradeerde.

“Ik had een goede start en voelde me in het begin van de race goed op de zachte band, maar op de hardere compound waren we een stuk minder snel”, vat Alonso zijn race samen tegenover het Italiaanse persbureau AGI.

“Volgens mij was deze race wat dat betreft typerend voor ons seizoen, want we waren soms snel genoeg voor een podiumplaats, maar soms ook niet.”

Ondanks dat hij in deze race – en daardoor ook in het kampioenschap – buiten de topdrie is geëindigd, prijst Alonso zijn team. “We moeten trots zijn op het werk dat onze technische mensen dit jaar verzet hebben. Ondanks dat onze auto, zoals we allemaal weten, net niet competitief genoeg was, hebben we er toch elke race het maximale uit weten te halen.”