Nu 2023 teneinde loopt, selecteert FORMULE 1 Magazine de beste verhalen van het jaar, gratis en voor niets te lezen op Formule1.nl. Zo rond de feestdagen is een verhaal over familie op zijn plaats: bijvoorbeeld over hoe het gezin Lammers, met vader en zoon Jan en René, via een uitgekiend traject in 2029 Formule 1 hoopt te bereiken. Dit dubbelinterview verscheen in editie 15 van FORMULE 1 Magazine (bestel ‘m hier!)
Net als Max Verstappen is 2023 voor René Lammers (15) een kampioensjaar geworden. En net als zijn succesvolle landgenoot eerder deed, werkt Lammers met zijn vader aan een toekomst in F1. Een dubbelinterview over dromen en doelen, F1 en familie. “Je moet zelf op zoek naar succes.”
Wie goed naar Jan Lammers luistert, zal het vast eens zijn opgevallen: de Zandvoorter beschikt, al dan niet bewust, over een heel arsenaal aan eigen tegeltjeswijsheden. Het levert rake oneliners op. Zoals ergens middenin het interview. De oud-coureur en huidig sportief directeur van de Dutch GP schraapt de keel.
Zoon René heeft net verteld over het plan dat voorligt om in 2029 de Formule 1 te bereiken. Nog even afwachten dus, concludeert de verslaggever van dienst. “Van afwachten is de kat doodgegaan”, merkt vader Jan droogjes op. “Als die wacht tot -ie eten krijgt, komt het niet goed. Je moet zelf op zoek naar succes. Dat proberen wij ook.”
Duidelijke taal, tekenend voor de assertiviteit en positieve instelling in het kamp-Lammers. Het vertrouwen in een mooie racetoekomst voor René is groot, zonder daarbij naast de schoenen te gaan lopen of onnavolgbaar hoog van de toren te blazen. Dat vertrouwen is overigens terecht, gezien de kartprestaties en de naam die de jonge Lammers inmiddels heeft opgebouwd.
Topjaar
De ster van René Lammers is rijzende: hij beleeft in 2023 zijn doorbraak als één van Europa’s grootste racetalenten. Zo blinkt hij onder meer uit tijdens het EK, waar hij zich in de OK-klasse tot kampioen kroont. Dat is een niet te onderschatten prestatie: de Europese titelstrijd namelijk niet over één wedstrijd, maar over meerdere. Met daarin ook nog eens alle heats die meetellen voor de resultaten én de beeldvorming. Dat het daarmee wel goed zit, blijkt uit de belangstelling vanuit de autosport. De volgende stap voor 2024 is ook al helder: Formule 4.
René, je kent een topjaar. Beleef je het zelf ook zo?
René, grijnzend: “Het is heel goed gegaan, ik was en ben bijvoorbeeld heel erg blij met het gewonnen EK. Maar het jaar was voor mij daarmee niet afgelopen. Het WK telt natuurlijk ook, zeker als veel mensen je als favoriet zien voor zo’n groot evenement. En we zijn nog veel meer mooie dingen aan het doen met het oog op de toekomst.”
Jan: “En dat is niet alleen het gevolg van het EK of een WK, ook van andere races. Een voorbeeld is Champions of the Future, een race een paar weken voor het wereldkampioenschap. Na pech en tegenslag startte René als vijftiende. Al in het begin werd hij vervolgens van de baan gedrukt, na de eerste ronde lag hij 31e. Maar vervolgens rijdt hij uiteindelijk naar P5 en had hij de snelste ronde van de race.”
Zulke prestaties maken misschien wel net zoveel of zelfs meer indruk dan alleen eerste worden?
Jan: “Nou, met zo’n optreden toon je in ieder geval wel aan de snelste te zijn. Iedereen ziet natuurlijk wel wat er gebeurt in zo’n race. Wij kunnen zeggen dat hij snel is, maar René laat zien wat hij in z’n mars heeft en dat is fijn richting de kenners. Die hebben een, wat ik noem, ‘holy fuck’-moment beleefd. Dat is ook wat wij vervolgens horen van de mensen die wij respecteren, mensen met een objectieve mening. Dat telt.”
En dan te bedenken dat hij een nieuwkomer, een rookie, was in deze OK-klasse. Hoe zit dat?
Jan: “In principe zijn het coureurs uit hetzelfde geboortejaar. Maar sommige van hen rijden al langer in de klasse, die zijn dan qua ‘raceleeftijd’ één tot anderhalf jaar ouder. Het feit dat je desondanks als rookie gezien wordt als een van de favorieten, is voor ons extra leuk. En dat blijft ook niet onopgemerkt bij een heleboel interessante partijen voor de toekomst.”
Hoe hard of gemoedelijk is de kartwereld en hoeveel concurrentie is er?
René: “De belangen zijn natuurlijk groot. En je moet er elk weekend staan, vooral als je strijdt in een kampioenschap waarin het om meerdere races gaat en elke heat belangrijk is. Het is zeker geen gemakkelijk wereldje, je moet er mentaal ook sterk voor zijn.” Met een glimlach: “Maar so far, so good.”
Hoe beleef jij dat vanaf de zijlijn, Jan?
Jan: “Ik geloof niet zo in concurrentie: als je je op anderen richt, leg je de bron van jouw motivatie buiten jezelf. Net als dat je een hekel aan iemand hebt, je vervolgens kwaad en agressief wordt en gaat denken dat je diegene móet verslaan. Het gevolg daarvan is dan dat je niet meer nuchter kan denken. Ik heb René al van jongs af proberen bij te brengen dat alleen die bochten op de baan zijn concurrenten zijn. Dáár moet je mee bezig zijn. Het zijn zaken die je ook wel eens Max Verstappen hoort zeggen: bezig zijn met de dingen waar je alleen zélf invloed op hebt. En dat heb je niet op anderen. Zorg gewoon dat je vanaf dag één het beste uit jezelf haalt. En uit je omgeving.”
Racetoekomst
Een schema, een stappenplan. Zo noemen vader en zoon de route die is uitgestippeld naar Formule 1, het einddoel. De toekomst laat zich echter niet altijd plannen, laat staan voorspellen. Met een duidelijke visie en realistische ambitie kom je echter een eind, zo blijkt.
Het zijn drukke tijden voor jou, René. Een EK, WK, andere wedstrijden en plannen voor komend jaar.
René: “Soms is het in zo’n jaar wel even druk, maar dat is niet erg. Richting het WK was er dan bijvoorbeeld even geen race, maar dan ging ik op maandag naar Italië voor andere zaken. De focus lag dit jaar op wedstrijden. Maar ondertussen richtten we ons op die toekomst, daar zijn we ook mee bezig gebleven: we willen succesvol zijn in Formule 4.
Jan: “Het betekent zijn eerste kennismaking met racen in formulewagens. Hij heeft natuurlijk nul ervaring. Dus het is een mooie volgende stap.”
Maakt dat het ook spannend?
René: “Het is een nieuwe stap voor mij. Alleen: als je hard kan rijden in een kart, kun je meestal ook wel hard rijden in de Formule 4. Zo sta ik erin. Het is een mooie uitdaging, ik ben er ook helemaal niet bang voor.”
In hoeverre is het wennen in Formule 4?
René: “Dat geldt voor de eerste paar keer dat je gaat testen. Een Formule 4-auto rijdt natuurlijk anders dan een kart. Maar qua moeilijkheid is er niet een groot verschil.”
Vijf jaar
Dan jullie plan, waar wil je over pakweg vijf jaar staan?
René: “Dan rijden we, als het goed is, in de Formule 2. Dat is het plan op dat moment.”
Jan: “En dat plan moet je zien als een soort opleiding, zoals je ook op school een opleiding hebt waarin je steeds een stap verder komt. We bouwen het op van karting, naar Formule 4, 3 en 2. Die ladder, ons plan, is zodanig dat René in dat geval eind 2028 klaar zal om richting Formule 1 te gaan. Onze planning was eigenlijk halverwege 2024 naar de autosport te gaan, maar dat komt qua kalender dan niet gunstig uit. Dat we nu Formule 4 gaan doen, betekent dus dat we een half jaar voor liggen op schema.”
Daar is natuurlijk heel wat aan voorafgegaan.
Jan, knikt instemmend: “Met een heleboel mensen die daar vanaf het begin een hele belangrijke en mooie bijdrage aan hebben geleverd. Onze insteek daarbij is helder, we hebben altijd gezegd: als we niet winnen, gaan we niet door. Het is natuurlijk een heel proces geweest: kort gezegd van karten in Nederland, België en Noord-Frankrijk naar Nederlandse titel en ervoor kiezen naar Italië te gaan.
Dan kom je op dat wereldniveau, met soms wel 140 deelnemers. Dat is andere koek dan 20 of 25 in de Benelux. Dan heb je mini’s, junioren, maar dan moet er wel resultaat komen. Daarom die insteek van dat winnen en anders niet doorgaan.
Dat is namelijk voor mij ook een manier om het objectief te maken. Want je kunt wel zeggen: ‘René is geweldig’, maar als hij nooit wint… Wat is dan het doel of wat ben je dan aan het doen?”
Vader en zoon
Al snel blijkt René’s racetalent, al dan niet geërfd van vader. Het is een mooi duo, ze vullen elkaar ook tijdens het dubbelinterview veelvuldig aan. Maar wanneer ben je coach, wanneer vader als Jan Lammers zijnde? En hoe belangrijk is het voor René? Familie, de onderlinge band; junior ondervindt naar eigen zeggen veel steun.
Bij vader en zoon richting Formule 1 kom je automatisch uit bij Jos en Max Verstappen. In hoeverre is het bij jullie anders dan bij hen?
Jan: “Een groot verschil is bijvoorbeeld al dat Jos en Max 25 jaar schelen, en René en ik 52 jaar. Dus wat ik ook maar vanuit mijn eigen ervaring nog allemaal denk te weten; het is niet meer zo relevant. Ik spreek ook de taal van die jonge gasten niet. Dus dan moet je ook gewoon plaats maken voor anderen die daar beter in thuis zijn. Net als in de F1 heb je in karting en Formule 4 de performance coaches, driver coaches. Die kunnen talenten op allerlei vlakken beter maken.
Ze geven adviezen voor, tijdens en na wedstrijden. Over zaken binnen en buiten de baan, strategie, banden, noem maar op. En ze zijn soms zelf ook meervoudig kampioen in de karting geweest bijvoorbeeld. René heeft nu een Italiaanse coach die nog met Max Verstappen heeft gereden, een goede coach en soms ook pittig. Ik wil René niet tot mij beperken, wil ik er maar mee zeggen.”
Is je vader als voormalig coureur ook een voorbeeld voor je, René?
René: “Ik heb wel altijd een poster van hem op mijn kamer gehad, die heb ik natuurlijk al lang weggehaald, haha. Maar nee, vroeger heb ik wel veel foto’s gezien. Veel beelden waren er natuurlijk niet, het waren ook andere tijden. Hij vertelt ook wel verhalen, maar hij praat nu eenmaal niet graag over zichzelf.”
Familie
Jan, jij op jouw beurt bent niet alleen een oud-coureur of iemand die zijn zoon probeert te begeleiden. Je bent in de eerste plaats een liefhebbende vader.
Jan: “Natuurlijk, maar dat zorgt ook meteen voor een dilemma. Want als coach of begeleider spat je race-technisch misschien wel eens uit je vel, maar als vader wil je juist een arm om hem heen doen. En zeggen: ‘volgende keer beter’. Maar ja, daar wordt hij ook niet per se beter van. Mede daarom is het ook goed dat anderen, zoals een driver coach, deelgenoot zijn van het succes dat je wilt bereiken.
Ik heb in het begin een beetje de richting kunnen bepalen en kunnen helpen René de juiste omgeving te bieden. Wij doen het met heel veel mensen, de hele familie leeft mee. Ik heb nog een andere zoon en dochter, die zijn 28 en 26, een stuk ouder dan René. Ook die zijn betrokken, ze kunnen gelukkig allemaal goed met elkaar overweg.”
Hoe belangrijk is familie voor jou, René?
René: “Het is heel fijn, iedereen leeft mee. Dat zie ik echt als steun. Ze zijn er ook best vaak bij, bij wedstrijden, mijn moeder bijna altijd. Ik ben natuurlijk nog maar 15 jaar, dus alleen vliegen en in een hotel blijven gaat ook niet zo gemakkelijk. Je kunt zelf niet rijden, elke keer moet je dan met een taxi. Mijn vader probeert er ook zoveel mogelijk bij te zijn, hij vindt het ook gewoon leuk.”
Jan: “Dat klopt, tijdens het weekend bemoei ik me dan niet zozeer met racen. René weet het veel beter aan te pakken dan hoe ik het hem zou kunnen vertellen. We hebben zoals gezegd een goed kader dat ons helpt. Ik kan proberen met het netwerk dat ik heb te helpen René in een zo goed mogelijke positie te brengen. Maar zijn moeder levert de belangrijkste bijdrage hoor, haha. Bij Mariska zit het verstand van ons beiden, als afgestudeerd bedrijfseconoom.”
Formule 1
Een kampioen als Verstappen kent een dominant jaar in de Formule 1. Een karttalent als Lammers kan natuurlijk veel leren van zijn landgenoot en anderen in de koningsklasse van de autosport. Anderzijds zijn vader en zoon Lammers ook ‘gewoon’ raceliefhebber. Leren of genieten, of misschien beide?
René, je hebt het druk met je eigen wedstrijden, zo’n 20 per jaar. En je volgt via een LOOT-school, topsportopleiding, ook nog onderwijs aan de Havo. Heb je eigenlijk wel tijd Formule 1 te kijken en wat vind je van de overmacht van Verstappen?
René: “Veel fans vinden het misschien niet spannend genoeg en daardoor misschien ook wel minder leuk. Maar ik ben blij voor Max dat hij het zo goed doet, dat verdient hij. Het kan fijn zijn als je zo dominant bent. Dat haalt veel druk weg en daar krijg je veel zelfvertrouwen van.”
Misschien ooit in de F1 vechten met Verstappen, als die na 2028 tenminste doorgaat?
René: “Wie weet. Dat zou natuurlijk heel erg mooi zijn. Maar we doen het stap voor stap. Dat is het plan.”
Niet één, maar twee edities om 2023 mee af te sluiten: naast het dubbeldikke ‘Jaar van Max’ (132 pagina’s!) van FORMULE 1 Magazine ligt nu ook het FORMULE 1 Jaaroverzicht 2023 in de winkel (of bij je thuis als abonnee). Het blad is ook digitaal te lezen en te bestellen, met gratis bezorging in heel Nederland. Herbeleef het seizoen 2023 met ons Jaaroverzicht! Daarin onder andere:
- Tom Coronel analyseert 2023: Weg met de oude garde!
- Analyse: Alle tien teams langs de meetlat
- De beste themaverhalen van alle 22 Grands Prix
- Race-analyses door Coronel en Bleekemolen
- Technisch jaaroverzicht: de opkomst van Aston Martin en McLaren
- Alle cijfers van 2023 (en de eeuwige statistieken!)
- Onderscheidende fotografie: het mooiste beeld van een fraai jaar
- En nog veel meer!