Daan de Geus
25 augustus 2018
Of het nou de toenemende druk is, het gevoel in eigen land voor zijn trots op te moeten komen of wéér een verloren vrijdag gewoon de druppel was: Stoffel Vandoorne heeft (eindelijk) terug geschoten in de stille oorlog die hij om zijn McLaren-zitje lijkt te moeten vechten.
Vandoorne is altijd de teamspeler. Altijd netjes, beleefd. Een echte moderne McLaren-man, in zekere zin. Zie ook dit weekend, het weekend waarin het ooit zo roemruchte team de eerste zege uit het bestaan viert, die van oprichter Bruce McLaren op hetzelfde Spa-Francorchamps dat Stoffel zijn thuis mag noemen, met de Vlaming die ter ere daarvan een speciale helm draagt.
Het is echter datzelfde Spa dat wel eens Stoffel laatste race kan zijn, als je de geruchten mag geloven. Of waar hij in elk geval kan beginnen met aftellen naar het eind, want het lijkt er minder-en-minder op dat Vandoorne volgend jaar nog in een McLaren zit. Er is een goede kans dat Esteban Ocon hem volgend of zelfs dit jaar al vervangt. Of anders Lando Norris wel, die vrijdag al zijn trainingsdebuut mocht maken.
Norris, het Britse supertalent dat McLaren-CEO Zak Brown tot zijn management en fans mag rekenen, was nog net iets sneller dan Vandoorne ook. Een te verwaarlozen 88 duizendsten, zeker gezien Vandoorne maar dertien rondjes reed en Norris twee keer zoveel, maar het stond er toch maar aan het eind van de sessie: Norris 18, Vandoorne 20.
Dat de vergelijking getrokken wordt, is niet vreemd. Dat vindt ook Vandoorne niet. “Maar geef me alsjeblieft eens een auto die het gewoon goed doet, voor me met Norris te vergelijken”, schoot Vandoorne niet uit zijn slof, maar wel terug na wéér een verpestte vrijdag. “Rem- en motorproblemen in de eerste training en daarna waren er in VT2 weer issues, ik heb maar één enigszins normale run kunnen doen…”
Het was zoiets dat Vandoorne wel weer eens had kunnen verzuchtten, staand en verhaal doende achter de garage waarin de laatste tijd zoveel mis gaat (“en zó vaak aan mijn kant”) maar er zat nu eens wat meer venijn in. “Erg frustrerend, ik heb de laatste weken amper normaal kunnen rijden.”
En, zo ging hij verder, hij weet dat het team veel van hem verwacht. Maar hij verwacht wat terug, zo heeft hij nu duidelijk gemaakt: een eerlijke kans. Hopelijk is het niet te laat – zowel voor die kans als voor Stoffel om zijn hakken een in het zand te zetten.
Karakter tonen en voor jezelf opkomen, de racer Bruce McLaren had er vast om kunnen lachen, al is zijn team een corporate wespennest geworden. Misschien is dat ook iets om als eerbetoon te herinneren dit weekend, als Stoffel zijn zo schitterende tribute-helm opzet.