De Formule 1-coureurs doen dit jaar 24 circuits aan, verdeeld over alle continenten, met uitzondering van Afrika. In de serie ‘Vergeten circuits’ gaan we terug in de tijd en laten we een aantal vergeten Formule 1-circuits de revue passeren. Vandaag in onze serie vergeten circuits: Mont-Tremblant in Canada dat door Lawrence Stroll weer tot leven werd gewekt.
De Grand Prix van Canada is sind het begin van de jaren tachtig onlosmakelijk verbonden met Circuit Gilles Villeneuve, maar in een grijs verleden werd ook het afgelegen Mont-Tremblant door het F1-circus aangedaan.
Mont-Tremblant staat bekend vanwege haar prachtige skipistes en bijbehorende resorts. Dat de stad ten noordwesten van Montreal ook een racecircuit heeft met een bijzondere geschiedenis zou je bijna vergeten. Tweemaal werd er een Formule 1-race gereden. En eenmaal – in een recenter verleden – was er Nederlands succes toen Robert Doornbos er een ChampCar-race op zijn naam schreef.
Uitgehouwen in de glooiende heuvels
Het circuit van Mont-Tremblant, bij menigeen ook wel bekend als St. Jovite, werd feitelijk uit nood geboren. Als populaire wintersportbestemming had de lokale bevolking enkele maanden per jaar haar handen vol, maar in de resterende maanden was er weinig werkgelegenheid. Leo Samson, een lokale hoteleigenaar met een passie voor autosport, schafte in de jaren vijftig een stuk grond aan. Uitgehouwen in de glooiende heuvels ontstond vervolgens circuit Mont-Tremblant. De opening was in augustus 1964.
Lees ook: Vergeten circuits: Adelaide, de plek waar Senna zijn laatste triomf vierde
‘Le Circuit’, zoals de baan werd genoemd, had een uitdagend karakter vanwege de hoogteverschillen en uitdagende scherpe bochten. Bovendien ontstonden er al vrij snel hobbels op de baan, een gevolg van de strenge winters. Berucht was het rechte stuk met de bijnaam ‘The Hump’, waar auto’s geregeld loskwamen van het asfalt.
In 1968 kwam voor de eerste maal het Formule 1-circus op bezoek. Het hobbelige oppervlak eiste een zware tol: veel auto’s haalden de finish niet vanwege mechanische malheur. Denny Hulme en Bruce McLaren bezorgden McLaren een dubbelslag. Jacky Ickx won de Formule 1-race twee jaar later. Voor de Belg was het een revanche op de editie van ’68, toen hij bij een crash tijdens de training zijn been had gebroken.
‘Le Circuit’ raakte gaandeweg in verval
In de jaren daarna vertrok de Formule 1 naar Mosport en vervolgens naar Montreal. De afgelegen ligging van het circuit alsmede het hobbelige asfalt waren twee belangrijke motieven voor de Formule 1 om elders heen te gaan.
Lees ook: Vergeten circuits: TI Aida, speeltuin voor de rijken der aarde
Daarna raakte ‘Le Circuit’ gaandeweg in verval. Echter, in 2000 werd het hele complex gekocht en opgeknapt door Lawrence Stroll, de modemagnaat uit Montréal die fortuin had gemaakt met het label Tommy Hilfiger en nu vooral bekend als de vader van Lance Stroll en de eigenaar van het F1-team Aston Martin. Tegenwoordig is de baan weer in gebruik, onder andere voor historische races. En in 2007 was er succes voor Robert Doornbos, die in de regen een ChampCar-race op zijn naam schreef.
Overigens was het circuit in het verleden ook lange tijd de thuisbasis van de befaamde Jim Russell Racing Driver School, waar alle Villeneuves de fijne kneepjes leerden.
Mont-Tremblant
Op de foto bovenaan: Vic Elford (Cooper T86B-BRM) voor Henri Pescarolo (Matra MS11-Matra) tijdens de Grand Prix van 1969 op circuit Mont-Tremblant.