Toro Rosso’s Jean-Éric Vergne kijkt na vier Grands Prix met gemengde gevoelens terug op zijn eerste ervaringen als racecoureur in de Formule 1, maar beklemtoont dat hij zichzelf niet als rookie ziet.

 

“Aan de ene kant ben ik wel tevreden met hoe ik mijn Formule 1-loopbaan begonnen ben, maar aan de andere kant ook niet”, vertelt Vergne in een vraaggesprek met Formula1.com. “Ik ben tevreden omdat ik de indruk heb dat ik best goed van start ben gegaan, maar ontevreden omdat ik wat domme fouten heb gemaakt en het dus ook nog beter had gekund.”

 

Zichzelf de ruimte geven om beginnersfouten te maken, doet de Fransman namelijk niet, want hij ziet zichzelf niet als een rookie. “Ik geloof niet zo in dat hele rookie-gebeuren, en daarnaast zie ik mezelf ook gewoon als een volwaardige Formule 1-coureur”, verklaart de coureur die na vier races met een score van vier punten op de dertiende plek in het WK staat.

 

“Natuurlijk is de Formule 1 anders dan de klassen waarin ik hiervoor heb gereden, spelen er veel meer factoren een rol en zit je daardoor vaker in een situatie waarin je het ene weekend snel bent en het andere weekend niet vooruit te branden bent, maar aan het eind van de dag gaat het net als in elke andere raceklasse om de combinatie van coureur, circuit auto en team.”

 

Vergne – een jongeling uit het talentenprogramma van Red Bull – benadrukt verder dat hij niet de indruk heeft dat zijn seizoen bij Toro Rosso in het teken staat van het evalueren of hij goed genoeg is om (op termijn) de stap naar het grote Red Bull Racing te maken. “Zo ervaar ik dat niet. Ik race nu gewoon voor Toro Rosso en probeer het hier zo goed mogelijk te doen.”

 

“Ik heb dan ook niet de indruk dat ik met mijn teamgenoot Daniel Ricciardo moet afrekenen om Red Bull te imponeren. Natuurlijk wil ik hem verslaan, al zou ik er veel meer van genieten om met hem te vechten als het om de vierde plaats gaat dan om de vijftiende.”

 

Dat hij bij Toro Rosso vooralsnog in de middenmoot meedoet, is voor de 22-jarige Vergne namelijk wel even wennen, zo erkent hij. “In de opstapklassen vocht ik altijd voor de overwinning, maar nu knok ik meestal om een plekje rond plaats tien, dus dat voelt wel heel anders.”

 

“Als ik nu bijvoorbeeld vijfde zou worden, zouden het team en ik daar echt geweldig gelukkig mee zijn, terwijl dat vorig jaar als een teleurstelling aangevoeld zou hebben. Maar ja, zo gaat het nu eenmaal in het leven”, weet de coureur die vorig jaar vice-kampioen werd in de Formula Renault 3.5.