
Goossens in actie in de Formule 3000 in 1995.
David Saelens en Marc Goossens gingen Leinders al voor als potentiële Vlaming in de koningsklasse. Goossens boekte verschillende zeges in de Formule 3000 en werd twee keer derde in het kampioenschap. “Maar de Formule 1 was buiten bereik en ik kon geld verdienen door in Japan te gaan racen. Er was daar net een hele generatie Europese coureurs vandaan gekomen die zoveel hadden verdiend, dat ze daarmee hun Formule 1-debuut konden maken. Denk aan Eddie Irvine en Heinz-Harald Frentzen.” Maar de grote kans kwam niet en in Goossens keerde terug naar de Formule 3000. “Ik werd gevraagd door het Belgische team Astromega om teamgenoot van een jong talent te worden. Die Spanjaard kwam met veel geld van Telefonica en wilde een snelle teamgenoot.” Zo werd Marc Goossens vier races lang mentor van Fernando Alonso. Bekroning
Jeffrey van Hooydonk steekt zijn hand in eigen boezem over het niet halen van de koningsklasse. “Vergeleken bij Max Verstappen ben ik een watje.” Op 8 december 2005 stapte de Antwerpenaar voor het laatst in een Formule 1-auto. Op het circuit van Jerez reed Van Hooydonk 80 ronden in een Midland EJ15B, en legde daarmee voldoende kilometers af om zijn superlicentie te behalen. Die zou hij nooit nodig hebben. “Ik heb wel contacten gehad, maar voor een racezitje kwam ik zo’n drie miljoen tekort. En of ik een echte Formule 1-coureur ben… ik betwijfel het. Ik weet van mezelf dat ik heel snel ben, maar volgens mij mis ik dat vleugje lef dat je nodig hebt om de top te halen. Maar dat ik heb mogen testen met zo’n auto, beschouw ik als een mooie bekroning op mijn carrière.”
