Verstappen: ‘Gaat me steeds beter af’
Eelco den Boer
7 november 2014
Max Verstappen gaf in de eerste vrije training weer zijn visitekaartje af. Niet alleen toonde hij zijn snelheid, maar ook zijn wagenbeheersing.
“Aan het begin van de sessie was de baan nogal glibberig, zeker buiten de ideale lijn”, vertelt Verstappen, die het weer uitermate naar zijn zin had in de Toro Rosso. “Ik voel me steeds meer op mijn gemak en raak steeds meer gewend aan hoe de auto zich gedraagt. Ten opzichte van Austin hebben we een paar aanpassingen gedaan, waardoor het weggedrag meer naar mijn zin is. Daardoor is het makkelijker om de limiet op te zoeken.”
Verstappen demonstreerde dat door driftend het lange rechte stuk op te komen en even rechtdoor te schieten in de eerste bocht. Ondertussen noteerde hij snelle tijden en besloot hij de sessie op de zesde plaats. “Ik ben tevreden”, concludeert Verstappen. “Het is erg fijn om bij dit team te zitten. We leren elkaar steeds beter kennen en het team weet nu wat ik van de auto verwacht en daardoor is het eenvoudiger tot een goede afstelling te komen.”
Tot zijn genoegen was Toro Rosso ook behoorlijk competitief in de vrije trainingen. Teamgenoot Daniil Kvyat was nipt sneller in de ochtendsessie en eindigde daarmee als derde. ’s Middags kwam de Rus tot de achtste tijd.
“De omstandigheden veranderden tussen de sessies en daardoor was het moeilijker het optimale uit de banden te halen”, verklaart Kvyat. “Het ziet ernaar uit dat het een wisselvallig weekend wordt, dus we moeten overal op voorbereid zijn. We hebben nog wat huiswerk te doen, maar we weten in ieder geval waar we aan moeten werken.”
Dat geldt niet voor Jean-Eric Vergne, die nog geen idee heeft waar hij aan toe is. Nadat hij ’s ochtends zijn auto moest afstaan aan Verstappen, moest hij ’s middags zijn Toro Rosso na vijf rondjes aan de kant zetten. “Ik verloor plotseling vermogen”, zegt Vergne. ” De elektronica hield er volledig mee op. Helaas kon het niet meer worden opgelost gedurende de sessie. Hoewel dit me zeker niet helpt, laat ik me er ook niet door tegenhouden.”