Max Verstappen reed in Oostenrijk een ijzersterke race. Hij zag zijn inspanningen tot zijn grote tevredenheid beloond met de achtste plaats.

Verstappen haalde voor de tweede maal in zijn nog jonge carrière een top tien-finish. “De auto was geweldig, eindelijk weer in de punten!”, jubelde de Toro Rosso-coureur na afloop.

De slotfase vormde de spannendste fase van de race van de Nederlander. Rondenlang hield hij de snellere Pastor Maldonado achter zich, wat tot spectaculaire momenten leidde toen de Venezolaan bijna de controle over zijn auto verloor. Uiteindelijk moest Verstappen twee ronden voor de vlag de zevende plaats aan de Lotus-coureur laten.

“Ik probeerde de zevende plek nog vast te houden, maar je zag dat het snelheidsverschil met Maldonado op het rechte stuk best groot was”, vertelde Verstappen. “Dus ik ben heel blij met mijn achtste plaats.”

Ondanks het snelheidsverschil gaf Verstappen zich niet zomaar gewonnen. “Ik positioneerde me bij het uitkomen van de bochten en remde zo laat mogelijk”, aldus de Nederlander. “Bovendien is de tractie van de auto gewoon goed, hij lag echt super hier.”

Dat de zeventienjarige coureur in de laatste ronden geen vuist meer kon maken tegen Maldonado, lag vooral aan zijn versleten Pirelli’s. “Ik was zo hard aan het pushen, dat ik mijn banden tot het laatste beetje opgebruikte. Toen waren ze zo versleten dat ik zelfs in de vijfde versnelling nog wheelspin had.”

Sainz

Teamgenoot Carlos Sainz zag de finish niet. De Spanjaard geeft echter aan van zijn race te hebben genoten, maar des te teleurgestelder te zijn over zijn uitvalbeurt: “Ik had het echt prima naar mijn zin op de baan, zeker in de openingsfase waarin alles perfect verliep. Ik kon me focussen op de mannen voor me, maar na de pitstop had ik op eens geen gang meer in de Toro Rosso. Dat betekende het einde van mijn race.”

Het is jammer dat het zo is gelopen, want al na een paar rondjes reed ik rond in de top tien. Ik was zeer gedreven en ik denk dat we een goed resultaat hadden kunnen boeken als dit probleem zich niet had aangediend. We waren er in ieder geval snel genoeg voor.”