Max Verstappen denkt dat vrouwelijke autocoureurs harder moeten werken om een Formule 1-auto te besturen dan mannen. Daarom rijden er volgens de Red Bull-coureur geen vrouwen in koningsklasse.

Fysiek zijn Formule 1-auto’s niet meer zo uitdagend als twintig jaar geleden, maar dat ze niettemin veeleisend zijn, bewijst volgens Verstappen de afwezigheid van een vrouwelijke coureur. “De auto’s zijn nog altijd heel zwaar om te besturen. Anders hadden we nu wel een vrouw in de Formule 1 gehad. Vrouwen moeten veel harder werken om op hetzelfde niveau als mannen te komen.”

Een fysiek verschil tussen mannen en vrouwen is er nu eenmaal, zegt Verstappen. Dat heeft hij ook gehoord van zijn moeder Sophie Kumpen, die op hoog niveau heeft gekart. “Zij moest ook harder werken dan de meeste andere coureurs om even sterk te zijn”, zegt Verstappen.

Niet eerlijk
In andere sporten spelen dezelfde verschillen een rol, zegt Verstappen. Zoals in het tennis: “Waarom spelen mannen en vrouwen daar niet tegen elkaar? Omdat het niet eerlijk zou zijn”, zegt de Nederlander.

Verstappen benadrukt dat het niet aan de racevaardigheden van de vrouwelijke coureurs ligt dat er zo weinig doordringen naar de top van de autosport. “Er zijn zeker een paar meisjes die op de baan heel agressief zijn en hard knokken.”

De laatste vrouwelijke coureur in de Formule 1 was Susie Wolff, de echtgenote van Mercedes-teambaas Toto Wolff. Zij reed in 2014 en 2015 een paar vrijdagtrainingen voor Williams. De laatste vrouw die startte in een officiële Grand Prix was Lella Lombardi. Zij scoorde in 1975 ook als enige vrouw een WK-punt.