Sebastian Vettel heeft ondanks dat hij pas 24 is al veel gewonnen in de Formule 1, maar een overwinning in zijn thuisrace – in Duitsland – ontbreekt nog op zijn erelijst, en dat wil hij veranderen.

De volgende Grand Prix op de kalender is die van Duitsland. Deze wordt van 22 t/m 24 juli gehouden en dit keer is de Nürburgring aan de beurt om de race te organiseren.

Hoewel de Nürburgring minder dichtbij zijn heimat Heppenheim ligt dan het circuit van Hockenheim – waar de race vorig jaar werd gehouden aangezien de beide circuits rouleren – weet Vettel dat er veel fans voor hem op de tribune zullen zitten die van hem verwachten dat hij wint.

“Het is er tijd voor, dus ik hoop dat het lukt”, erkent de regerend wereldkampioen in gesprek met Motorsport-Total. “We gaan in ieder geval naar de Nürburgring toe met de intentie om de race te winnen.”

“Het zou heel bijzonder voor me zijn al het lukt, maar ik verheug me sowieso op de race, want het is natuurlijk toch wel heel speciaal om voor je thuispubliek te rijden”, vervolgt Vettel.

“Er staan ook dit jaar natuurlijk weer meer Duitsers aan de start. Ik denk dat we er allemaal op hopen dat we het huisvoordeel kunnen uitbuiten en de steun van de fans ons net een extra tiende aan tijdwinst oplevert.”

Vettel verwacht op ‘de ring’ overigens tegenstand te krijgen van zijn gebruikelijke rivalen van McLaren, Ferrari en Mercedes, al denkt hij wel in een goede uitgangspositie te zitten: “Het is moelijk om een exacte voorspelling te doen, maar ik denk dat onze auto redelijk goed bij deze baan past.”

“Met een Formule 1-auto op de Nürburgring rijden is hoe dan ook ontzettend leuk. Het is echt een geweldig circuit.”

“De ultieme uitdaging zou natuurlijk zijn om op de oude Nordschleife te racen, want dat is een legendarische baan die voor iedere coureur een speciale betekenis heeft. Nick Heidfeld heeft er een paar jaar geleden nog met een Formule 1-auto gereden, maar het probleem met de bolides van vandaag de dag is dat ze helaas niet geschikt zijn om met racesnelheid door de ‘Groene Hel’ te rijden.”