Na een desastreus weekend in Australië stelt Sebastian Vettel dat het ‘niet slechter kan worden’. De viervoudig wereldkampioen wijst naar een gebrek aan gemaakte kilometers en de wegligging van de AMR22 als oorzaak van de crash in de race, die zijn weekend samenvatte.
Een veel slechter weekend had Sebastian Vettel zich niet voor kunnen stellen. Hij kwam na twee gemiste races eindelijk in actie voor Aston Martin, maar de ellende begon al snel voor de Duitser. In de eerste vrije training moest hij zijn AMR22 naast de baan parkeren vanwege motorproblemen. Hij keerde vervolgens op de scooter terug naar de pits, wat hem op een boete van 5.000 euro kwam te staan.
Vervolgens crashte Vettel zaterdagochtend in de derde vrije training, waardoor zijn deelname aan de kwalificatie in gevaar kwam. Een bizarre crash tussen Lance Stroll en Nicholas Latifi zorgde ervoor dat hij wel een rondetijd kon zetten, maar dat was niet om over naar huis te schrijven. Daar hield het niet bij op. In de race stoeide Vettel met de bolide en veroorzaakte een safetycar na een crash, wat einde race betekende en zijn weekend samenvatte.
Lees ook: Boete van 5.000 euro voor Vettel na scooterritje naar pitstraat na VT1
Een duur weekend voor Aston Martin, op persoonlijk vlak een weekend om te vergeten voor Vettel. “Het was uitdagender omdat ik niet gereden had”, doelt hij op de races in Bahrein en Saoedi-Arabië die hij moest missen vanwege een coronabesmetting. “Natuurlijk omdat we wat tijd verloren met de auto. Het incident op zaterdag hielp daar niet bij, maar ik weet zeker dat het beter zal worden. Het kan in ieder geval niet slechter worden”, stelt hij.
De crash werd volgens Vettel deels veroorzaakt door het gebrek aan kilometers, maar ook door de wegligging van de auto. “Ik probeerde het meeste uit de auto te halen en achteraf pushte ik misschien te hard. Toen ik de achterkant verloor was er geen weg terug.”