Met nog twee races te gaan tot zijn pensioen vertelt Sebastian Vettel over zijn laatste twee jaren bij Ferrari waarin hij aan het twijfelen sloeg. De drang om zich nog één keer te bewijzen bij een ander team weerhield de viervoudig wereldkampioen om toen al te stoppen.
Tot 2019 was Vettel de kopman voor Ferrari die moest opboksen tegen het oppermachtige Mercedes van Lewis Hamilton. Toen Kimi Räikkönen werd vervangen door jongeling Charles Leclerc verschoof de focus binnen het team langzaam naar de andere kant van de garage, de jongeling overtrof de wereldkampioen op alle fronten.
“Charles had nog geen teleurstellingen gekend in zijn carriére waardoor hij achtervolgd zou kunnen worden”, vertelt Vettel aan Der Spiegel. “Hij stapte in en gaf gas. Hij had geen druk, Hij reed zoals ik reed in mijn eerste jaren.”
In dat seizoen raakte Ferrari steeds verder achterop. “Dat deed wel iets met me al begreep ik het niet meteen. Ik stak er zoveel energie in, ook mentaal. Het bracht niets op en toen kwamen ook de twijfels: gaat dit nog werken?”
Het jaar erna beleefde Vettel en Ferrari een slecht seizoen. Het bleek het laatste jaar te zijn van wat ooit begon als een droomhuwelijk. Vettel overwoog toen al te stoppen, maar koos toch voor een nieuw avontuur bij Aston Martin. “Op de één of andere manier was ik nog niet klaar, er was unfinished business.”
Zijn overstap wil hij geen foute keuze noemen, al droeg de huidige staat van het team wel bij aan zijn voornemen. “Het feit dat ik nu niet in een auto rijd waarmee ik kan laten zien waartoe ik in staat ben, heeft wel te maken met mijn beslissing om te stoppen.”