April, 1975, middenin de tijd dat de Formule 1 nog echt rock-‘n-roll, maar een stuk dodelijker is, trekt het circus voor de vierde keer de heuvel op in Barcelona, voor de stratenrace door Montjuïc Parc. Het wordt een zwarte bladzijde in de geschiedenis van de sport, ook toen zo omschreven.
“Als ze een pistool tegen je hoofd houden, moet je wel racen”, vat dan nog Hesketh-coureur James Hunt de situatie samen tegenover de New York Times, die de Engelsman begin 1975 nog gewoon ‘a driver’, een coureur, noemt. Hunt is nog geen wereldwijd grote naam, heeft dan nog geen race gewonnen. Zijn eerste zege volgt pas later dat jaar, zijn claim to fame – het epische kampioenschapsduel met Niki Lauda – pas het seizoen erop. Hunt is één van de vele coureurs die eigenlijk niet wil rijden in Montjuïc. Ze vinden het circuit, vooral de vangrails en andere barrières, onveilig. Een groot aantal, verzameld in ‘coureursvakbond’ GPDA, doet niet mee aan de trainingen, dreigt met een staking. Tot groot onbegrip van de organisatie, want: “We hebben nog nooit een circuit gezien dat niet een beetje gevaarlijk was.” Bovendien, claimen de Spanjaarden, zo onveilig is het heus niet, met monteurs die circuitbeambten helpen vangrails aan elkaar te schroeven. De coureurs vinden het nog niet goed genoeg, maar als de organisatie dreigt met juridische stappen, stappen ze onder druk van hun teams toch in. Zelfs regerend kampioen Emerson Fittipaldi, al legt de drie verplichte kwalificatierondjes in slakkengang af, een walk through the park als symbolisch protest, en weigert aan de start van de race te verschijnen.Paniek in het park
Van Fittipaldi’s verwachting dat ‘iedereen toch rustig aan zal doen’, komt echter weinig terecht. In de eerste bocht gaat het al mis met een startcrash en er volgen er meer: Lauda, Hunt, Mario Andretti en Ronnie Peterson – ze vallen allemaal uit door crashes, botsingen of gevolgen daarvan. Zo rijdt Rolf Stommelen ineens op kop op Montjuïc Parc. Stommelen – een Duitser die in de sportscar-racerij een grote jongen is maar in de Formule 1 een bijrol speelt – ziet de race naar zich toe komen, tot het in ronde 26 helemaal mis gaat. De achtervleugel van Stommelens door Embassy-Hill ingeschreven Lola breekt af. Op het snelste baandeel, waar de auto’s zelfs een sprongetje maken, maakt hij ineens zonder achtervleugel een vlucht. Hij knalt tegen de vangrail, stuitert tegen Carlos Pace’s bolide en zijn eigen auto klimt op de vangrail aan de overkant. “De door vlammen ontgeven auto gleed een goede zestig meter door over de railing voor hij in het publiek terecht kwam”, valt in de New York Times van een dag later te lezen. “Onderweg had de auto al een brandweerman en fotograaf gedood.” Er vallen nog drie andere doden.Noodlot
Pas vier ronden later heeft de wedstrijdleiding door wat er gebeurd is, volgens de overlevering omdat Stommelens rondvliegende Lola de communicatielijnen van de betreffende baanpost heeft doorgesneden. De race wordt afgevlagd, de zege toebedeeld aan Jochen Mass. Als kanttekening scoort Lella Lombardi (zesde) als eerste vrouw punten, al krijgt ze slechts een half punt vanwege het voortijdige einde van de race. Het is ook een voetnoot in de krantenverslagen. Belangrijker: “Dat de vangrails toch nog waren versterkt, hetgeen Stommelens auto flink afremde. Dat heeft mogelijk levens gered.” Stommelen zelf blijft een voortijdig einde van zijn leven op die dag in Barcelona ook bespaard. Met ‘slechts’ een gebroken been en pols en kwetsuren aan zijn borst, ontloopt hij het noodlot, al krijgt dat hem acht jaar later alsnog te pakken als hij op Riverside hard crasht als de achtervleugel van zijn Porsche 935 vliegt. Dit keer overleeft hij het niet.Vrijdag 14 augustus
11:00 – 12:30 1e vrije training
15:00 – 16:30 2e vrije training
Zaterdag 15 augustus
12:00 – 13:00 3e vrije training
15:00 – 16:15 kwalificatie
Zondag 16 augustus
15:10 race