Nico Hülkenberg is de nieuwe columnist van Formule 1.nl. Om hem beter te leren kennen spraken we met hem. Eén ding werd duidelijk: hij is niet de nieuwe Schumacher.

Het Formule 1-seizoen is inmiddels drie races onderweg. De start was moeilijk, maar in Maleisië scoorde je je eerste punt. Hoe kijk je terug op je debuut?

“In eerste instantie ben ik gewoon erg blij dat het eindelijk begonnen is. Ik heb een lange weg afgelegd om dit te bereiken. Dat mensen veel van me verwachten zie ik niet als een probleem. Dat is mijn hele leven al het geval geweest. Hoewel ik nog steeds denk dat mijn persoonlijke verwachtingen de hoogste zijn van iedereen, dus daar maak ik me niet al te druk om. Ik stap gewoon in de auto en doe mijn best, zo goed als ik kan. Meer kan ik niet doen, zo simpel is het.”

Toch zal het niet eenvoudig zijn om om te gaan met die druk. Jouw manager Willi Weber zei een aantal jaar geleden: ‘Ik kan met overtuiging zeggen dat de jongen ongelooflijk getalenteerd is. Ik ben erg onder de indruk van hem en er is zoveel in wat hij doet dat me nu al aan Michael schumacher doet denken.’ Wat vond je ervan dat hij dat zei?

(lachend:)“We hebben sponsors nodig, daarom zegt hij dit soort dingen. Ach ja, de nieuwe Schumacher, wat moet ik daarmee? Sebastian Vettel is toch al de nieuwe Schumacher. Je kan geen drie nieuwe Schumachers hebben. Dat de pers in Duitsland het nodig vindt er een label op te plekken, is prima. Ik vind het persoonlijk nergens op slaan, dan heb je de nieuwe Schumacher, de nieuwe, nieuwe Schumacher en oh ja, de oude Schumacher doet ook nog mee. Gek. Maar ja, ze doen maar. Ik lees toch niet wat er geschreven wordt.”

Maar het is natuurlijk een verschil als een journalist zoiets schrijft of dat jouw manager het zegt.

“Natuurlijk luister ik wel naar de opmerkingen van mijn manager of van mensen uit het team, maar ik denk niet dat een coureur daar al te gevoelig voor moet zijn. Als zoiets je te veel aangrijpt, kan dat je prestatie beïnvloeden. Bij mij gaat het hierin (wijst op zijn rechtoor) en daar weer uit (wijst op zijn linkeroor). Ik denk dat het iets is wat je een klein beetje kunt leren in de loop van de tijd, maar het is voornamelijk je eigen instelling. Of je kunt er goed mee omgaan of niet. Datzelfde geldt voor kritiek.”

Hoe heb je daarmee leren omgaan dan?

“Ik heb nooit een mental coach gehad als je dat bedoelt, maar ik heb altijd goede mensen om me heen. Willi, mijn manager en de teams waar ik voor heb geracet zijn erg behulpzaam geweest. Bovendien is mijn familie erg betrokken, mijn vader is een grote racefan en was er in Bahrein ook bij om me aan te moedigen.”

Je hebt Weber nu een aantal keer genoemd. Hoe is die samenwerking tot stand gekomen?

“We hebben elkaar eind 2006 ontmoet. Hij heeft contact gezocht met mij en één van de eerste dingen die we samen deden was A1GP. We hebben een steeds betere band gekregen. Vertrouwen is daarin een belangrijk aspect. Je moet zeker weten dat je manager altijd jouw belang voorop stelt. Je moet je daar geen zorgen over hoeven te maken, want als rijder heb je al genoeg andere zaken aan je hoofd. En met Willi gaat het erg goed, hij zorgt goed voor me.”

Je hebt in het verleden veel gewonnen, dat zal dit jaar wel anders zijn. Hoe ga je daar mee om?

“Natuurlijk wil ik niet gewend raken aan p10 en het racen in het middenveld. Dat past niet bij mijn instelling en stijl van racen. Maar je moet tegelijkertijd ook realistisch zijn. Je rijdt wel Formule 1 tegen de beste coureurs van de wereld, de beste teams en het is erg competitief. En ik kan gewoon niet van mezelf verwachten dat ik gelijk de eerste race van pole vertrek en het hele seizoen win. Daar ben ik me bewust van. Maar natuurlijk push ik hard om zo ver mogelijk naar voren te eindigen.”

Van jouw teammaat Rubens Barrichello weten we dat hij erg optimistisch in het leven staat. Wat is jouw kijk op het leven?

“Misschien dat Rubens iets optimistischer is dan ik ben, maar ik vind het altijd zo moeilijk als ik gevraagd word naar wie ik ben, wat mijn doelen zijn en hoe ik in het leven sta. Ik heb eigenlijk nog geen idee hoe goed onze auto is en hoe goed ik ben.”

Je bent vorig seizoen GP2-kampioen geworden ondanks een moeizame start van het seizoen. Was dat een leerzame ervaring?

“De eerste races van het seizoen waren erg zwaar. Het liep voor geen meter en dat raakte me. Ik was pissed off. Ik vond het vreselijk als ik een fout maakte of achteraan reed. De snelheid in de kwalificatie was er wel, maar ik had problemen om tijdens de race op snelheid te komen. Maar op een gegeven moment heb ik een manier gevonden ermee om te gaan, wist ik beter hoe ik met de auto moest omgaan en hoe ik de banden het beste kon benutten en dat kwam de sfeer binnen het team erg ten goede."

" En samen met de engineers hebben we een grote sprong gemaakt. Het was een wijze les. Maar het was niet de eerste keer dat het tegen zat. In het Duits Formule 3-kampioenschap heb ik ook een moeilijk jaar gehad. Maar van races waarin je in het middenveld rijdt, je fouten maakt en vecht met anderen – daar leer je het meest van. Winnen is leuk, maar in de meeste gevallen leer je er weinig van.”

Hoe is om met kerels als Frank Williams en Patrick Head te werken?

“Frank en Patrick zijn levende legenden in de Formule 1. Natuurlijk vormen ze een inspiratiebron voor mij en ik hoop dat ik samen met hun in staat ben om het team weer succesvol te maken. Het is erg inspirerend om te zien wat ze in de afgelopen veertig jaar bereikt hebben. En het feit dat ze er nog steeds zijn betekent dat ze nooit opgeven."

"Het zijn harde werkers. En dat is wat je nodig hebt in deze sport – uithoudingsvermogen. Je moet altijd gemotiveerd blijven en gefocust en dat is niet altijd even makkelijk. Ze hebben moeilijke jaren gekend, maar zijn altijd blijven vechten en geloven in hun ambitie en in het team. Dat vind ik mooi.”