Sandor van Es
1 december 2016
Eén keer in mijn leven heb ik een Formule 1-auto bestuurd. Het was 2005 en ik was uitgenodigd door Michelin, destijds een van de bandenleveranciers, voor een exclusieve Driving Experience op het circuit van Magny Cours.
De hele dag hadden ik en een handvol andere gelukkigen in diverse racewagens toegewerkt naar het ultieme moment: één rondje in de Arrows A18, de auto waarmee Damon Hill in 1997 tweede werd tijdens de Grand Prix van Hongarije. Hill, de man die in 1996 de wereldtitel had gepakt maar niettemin door Williams werd ingeruild voor Heinz-Harald Frentzen. Hij moest noodgedwongen een stap terug doen naar een middenveldteam, maar wist daar met dank aan de Bridgestone-banden bij tijd en wijle toch de verrassen.
Ik kan me nog levendig herinneren hoe met behulp van een externe startmotor de dikke V8 met een keiharde, hese blaf tot leven kwam. En hoe ik, vastgesnoerd in de krappe cockpit waar ik met mijn 1,80 meter en 81 kilogram maar nét in paste, geïmponeerd was door het geluid en de vibraties. Toerental op 5.000 en langzaam slippend liet ik met een hendeltje achter het stuurwiel de koppeling op komen. Opschakelen naar de tweede versnelling, toen de rechtervoet naar beneden. Ik werd zó overdonderd door de snelheid waarmee ik naar de eerste bocht werd gekatapulteerd, dat verder opschakelen er niet meer van kwam.
Enige kans
Ik herpakte me snel. ‘Dit is misschien mijn enige kans ooit een Formule 1-auto te besturen’, bedacht ik me in de lange doordraaier voor het rechte stuk. Dus trok ik nog een keer aan die schakelhendel en vloerde ik het gaspedaal. Doortrekken tot 12.000 toeren, opschakelen naar vier. En naar vijf. En naar zes. De snelheidsbeleving nam exponentieel toe. Mijn totale hersencapaciteit werd opgeslokt door die steeds smaller wordende asfaltstrook, de flitsende strepen in m’n ooghoeken en de rauw huilende Cosworth, die de oorspronkelijke Yamaha V10 had vervangen. De rijwind schudde mijn hoofd zo hevig heen en weer, dat mijn gezichtsvermogen nog eens extra beperkt werd. Zo puur had ik de adrenaline nog nooit geproefd! Bijna voor ik het in de gaten had, moest ik hard in de ankers voor Adelaide, de krappe hairpin aan het einde van het rechte stuk van Magny Cours. Ik trok vier keer aan de linkerflipper. Bocht om, gaspedaal naar beneden en … als een slak kroop ik verder. De versnellingsbak stond nog steeds in zes. Een hydraulisch probleem, zo zou later blijken, vergelijkbaar met het malheur dat Damon Hill destijds overkwam op de Hungaroring toen hij op een schijnbaar zekere koppositie lag. Je zou zeggen dat ze genoeg tijd hadden gehad om het probleem te fiksen… Maar goed, voor Hill restte in 1997 de tweede plek, wat overigens nog steeds een stunt was. Voor mij in 2005 bleef m’n F1-ervaring beperkt tot een halve ronde. Evengoed nemen ze me die nooit meer af.
Ik herpakte me snel. ‘Dit is misschien mijn enige kans ooit een Formule 1-auto te besturen’, bedacht ik me in de lange doordraaier voor het rechte stuk. Dus trok ik nog een keer aan die schakelhendel en vloerde ik het gaspedaal. Doortrekken tot 12.000 toeren, opschakelen naar vier. En naar vijf. En naar zes. De snelheidsbeleving nam exponentieel toe. Mijn totale hersencapaciteit werd opgeslokt door die steeds smaller wordende asfaltstrook, de flitsende strepen in m’n ooghoeken en de rauw huilende Cosworth, die de oorspronkelijke Yamaha V10 had vervangen. De rijwind schudde mijn hoofd zo hevig heen en weer, dat mijn gezichtsvermogen nog eens extra beperkt werd. Zo puur had ik de adrenaline nog nooit geproefd! Bijna voor ik het in de gaten had, moest ik hard in de ankers voor Adelaide, de krappe hairpin aan het einde van het rechte stuk van Magny Cours. Ik trok vier keer aan de linkerflipper. Bocht om, gaspedaal naar beneden en … als een slak kroop ik verder. De versnellingsbak stond nog steeds in zes. Een hydraulisch probleem, zo zou later blijken, vergelijkbaar met het malheur dat Damon Hill destijds overkwam op de Hungaroring toen hij op een schijnbaar zekere koppositie lag. Je zou zeggen dat ze genoeg tijd hadden gehad om het probleem te fiksen… Maar goed, voor Hill restte in 1997 de tweede plek, wat overigens nog steeds een stunt was. Voor mij in 2005 bleef m’n F1-ervaring beperkt tot een halve ronde. Evengoed nemen ze me die nooit meer af.
Gerelateerd nieuws
Column Rob Kamphues: Ik heb precies genoeg talent om te zien hoe goed anderen zijn
21 december 2024 09:00 - Column
Column Jeroen Bleekemolen: ‘Beetje overdreven Hamilton-show, maar: vlak ’m niet uit voor 2025’
09 december 2024 06:59 - Column Jeroen Bleekemolen
Column Jeroen Bleekemolen: ‘Ongelooflijk dat F1-teams hun eigen auto niet begrijpen’
02 december 2024 06:59 - Column Jeroen Bleekemolen
Column Jeroen Bleekemolen: ‘Max Verstappen in de regen op gelijke hoogte met Ayrton Senna’
04 november 2024 07:00 - Column Jeroen Bleekemolen