Daniel Ricciardo’s vroeg aangekondigde vertrek bij Renault heeft veel weg van een motie van wantrouwen. Zelfs de 27 miljoen redenen die Renault en teambaas Cyril Abiteboul hem jaarlijks geven, zijn niet genoeg om Ricciardo van hun visie te overtuigen. En dat is zorgwekkend, voor Abiteboul én Renault.
Ergens begrijp ik Cyril Abiteboul wel. Als je een werknemer 27 miljoen euro per jaar betaalt, mag je op z’n minst enige loyaliteit verwachten. Dat hij niet voordat er ook maar één race in 2020 is gereden al besluit na het seizoen zijn biezen te pakken, bijvoorbeeld. Dat hij in elk geval even aankijkt of al het harde werk dat je vorig jaar samen hebt gedaan zich uitbetaalt.
Naïef misschien – zeker in een business zo hard als de Formule 1, en zeker omdat Renault ook hard kan zijn. Kevin Magnussen, Jolyon Palmer, Carlos Sainz en Nico Hülkenberg werden elk stuk-voor-stuk bedankt voor bewezen diensten. En niks ten nadele ook van Ricciardo – een topgast en topcoureur die we hopelijk snel terugzien aan de top – maar zoals gezegd: ergens begrijp ik Abiteboul wel.
Lees ook: Abiteboul lijkt niet happy met Ricciardo-exit: ‘Juist nu zijn vertrouwen en commitment belangrijk’
Over de kwaliteiten van Magnussen, Palmer, Sainz en Hülkenberg kun je immers twisten, maar geen van deze coureurs was à la Ricciardo binnengehaald als wereldwijd gezicht van het team. Als kopman en pijler onder de fundering die van een subtopper een kampioenschapsteam moest maken, door zijn tijd aan de top en status als racewinnaar. En daarin zit hem de pijn.
Motie van wantrouwen
Hoewel Ricciardo met zijn vertrek wel flink wat ruimte maakt in Renaults salarishuishouding, laat hij zo ook een leegte achter. Het vervelende voor Renault is ook dat het Franse talent Esteban Ocon (nog?) niet de status heeft dit in te vullen. Maar de echte zorg moet zijn dat Ricciardo’s vroege exit er vooral op wijst dat hij geen vertrouwen heeft in Renaults toekomstplannen. Was Ricciardo naar Ferrari vertrokken (ongeacht van of dat een reële optie was) dan had het er toch anders uitgezien. In plaats daarvan gaat de Aussie naar Renault-rivaal McLaren. Dat troefde Renault vorig jaar weliswaar af voor de eretitel van best of the rest, maar hoort daarmee nog altijd bij the rest: ook McLaren is een team in (weder)opbouw. Ricciardo’s nieuwe baas Zak Brown benoemde het verschil tussen McLaren en Renault echter al in gesprek met Sky Sports F1, zij het met niet zoveel woorden: “We benaderden Daniel in 2018 al eens. Toen zei hij ‘nee’, omdat we een slechte periode kenden en hij vooral veel beloftes te horen kreeg. Inmiddels ziet hij echter dat we die beloftes waarmaken, dat we echt veranderingen maken.” Onder die veranderingen hoort een overstap naar Mercedes-motoren (uiteraard geen optie voor Renault), maar ook de komst van een nieuwe technisch directeur en teambaas. Op technisch vlak heeft Renault de bezem er eind vorig jaar al door het team gehaald, maar de positie van teambaas Abiteboul lijkt nog altijd niet ter discussie te staan.(tekst loopt door onder de foto)